31 maart 1966
109
De voorzitter„Dat zeg ik helemaal niet. Ik zeg alleen dat het een be-
sloten vergadering is geweest."
De heer Enschedé: „Het antwoord van de wethouder is geweest: we
hebben het toch gezegd en de raad ging er mee akkoord."
Wethouder Van Wijk: „Ik heb gezegd dat het aan het college is om hier
art. 20 van de Wederopbouwwet toe te passen. Het college heeft de raad
hierover ingelicht en de mensen die aesthetisch deze zaak kunnen beoor-
delen advies gevraagd en dat advies was gunstig."
De voorzitter: „Er zijn geen bezwaren naar voren gekomen."
Wethouder Van Wijk: „Als ik uw vraag concreet beantwoordj: dan zeg
ik: het college acht het niet onjuist dat hier artikel 20 van de wederop-
bouwwet is toegepast."
De heer Verkouw zegt dat, of het nu een informatieve of een besloten
vergadering is geweest, toen bij verschillende raadsleden tegen de ont-
wikkeling van de plannen ten aanzien van het plan Blekersvaartweg grote
bezwaren bestonden en spreker heeft niet de indruk dat de raad op dat
moment duidelijk is gemaakt wat op de hoek van de Kerklaan-Blekers-
vaartweg stond te gebeuren. Persoonlijk heeft spreker er vrede mee, maar
hij kan zich de bedenkingen van de heer Enschedé wel voorstellen.
De voorzitter meent nu toch te moeten ingrijpen. Dit is een rondvraag
en die ontaardt nu in een algemeen debat. Op de vraag van de heer
Enschedé heeft de wethouder nu geantwoord dat burgemeester en wet-
houders menen dat artikel 20 van de wederopbouwwet hier terecht is
toegepast. Mocht men andere bezwaren hebben dan kunnen die op een
andere wijze in een vergadering ter sprake worden gebracht, maar niet
bij een rondvraag.
Broederhuis Lanckhorstlaan.
De heer Verkouw zegt dat op de hoek van de Lanckhorstlaan en de
Bronsteeweg geen steen des aanstoots staat maar een huis des aanstoots.
Spreker bedoeit het voormaiig broederhuis van de Jacobaschool. Spreker
heeft er al eens eerder op gewezen dat dit gebouw er zeer haveloos en
verwaarioosd uitziet en een ontsierende noot vormt in het centrum van
de gemeente. Spreker vraagt zich af of het niet mogelijk is dat de ge-
meente dit huis aankoopt, amoveert en ter plaatse een verkeersverbetering
aanbrengt. Hij heeft de indruk dat er ook nog wel verdere mogelijkheden
voor dit terrein bestaan. Het huis staat nu al enige jaren leeg en het uiter-
lijk aanzien wordt steeds minder.
De voorzitter iijkt het het beste nog even te wachten want het huis zal er
zo lang niet meer staan. Het wordt in ieder geval niet duurder in prijs.
Hierna sluit de voorzitter de vergadering.
'oorz!
De secreLiris,