111
28 april 1966
d. idem dd. 29 maart 1966, no. 260, betreffende het raadsbesluit dd. 24
februari 1966 no. 28, "13e wijziging van de verordening regelende de
samenstelling en de werkkring der vaste commissies als bedoeld in ar-
tikel 62, 2e lid der gemeentewet".
e. idem dd. 29 maart 1966, no. 263, betreffende het raadsbesluit dd. 24
februari 1966, no. 25, ,,5e wijziging Algemeen Ambtenarenreglement
per 1 januari 1966".
f. idem dd. 5 april 1966, no. 136, betreffende het raadsbesluit dd. 27 januari
1966, no. 21a „Garantie geldlening Nederlandse Centrale voor huisves-
ting van bejaarden".
g. verslag van kasopneming en controle administratie over het le kwar-
taal 1966: grondbedrijfhoofdinspecteur van politie; gemeente-ontvan-
ger; legeskas 6e afd. gemeente-secretarie; voorschotkas 6e afd. ge-
meentesecretarie; gezondheidshuis; Stichting sportparken.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders worden
de stukken genoemd onder a t m g, zonder hoofdelijke stemming, voor
kennisgeving aangenomen.
h. schrijven van burgemeester en wethouders dd. 20 april 1966 inzake aan-
sluiting aan centrale-televisie-antennes.
De heer Scheer is blij dat hij in de vorige vergadering ongelijk heeft
gehad en de voorzitter gelijk toen deze zei, dat aansluiting op de centrale
antenne voor de bewoners van een bestaand woningcomplex geen ver-
plichting is en dat bestaande antennes niet van de daken verwijderd zouden
worden. In hun nota aan de raad schrijft het college: „De bewoners worden
tot aansluiting niet verplicht. Indien de bewoner de aansluiting niet wenst,
wordt deze voorlopig verzegeld. Wel wordt zeer sterke aandrang uitge-
oefend de eigen antenne te verwijderen, want dit is tenslotte het hoofddoel
van de aanleg van een centrale installatie. In verreweg de meeste gevallen
verlenen de bewoners gaarne hun medewerking." Het verheugt spreker dat
burgemeester en wethouders dit zo schrijven, maar in een recent schrijven
van een van de woningbouwverenigingen aan haar huurders staat vermeld:
„Voorts delen wij u mede (het gaat over de prijs en de stroomrekening
die betaald moeten worden) dat burgemeester en wethouders ons bij brief
van 11 december 1964 hebben bericht, dat het thans niet meer is toegestaan
eigen buitenantennes te hebben of te plaatsen, hetgeen wordt bevestigd in
het nieuwe huurreglement dat u hierbij wordt aangeboden." Het gaat hier
over het hebben van eigen antennes en natuurlijk niet over het plaatsen
daarvan. Spreker kan er mee akkoord gaan dat het plaatsen van antennes
is verboden. Maar daar ging sprekers bezwaar niet tegen. Zijn bezwaar is
dat bestaande antennes, die met veel kosten op de huizen zijn geplaatst,
moeten worden verwijderd en dat bij gebreke daarin de antennes door de
woningbouwvereniging, althans in opdracht van de woningbouwvereniging,
zullen worden verwijderd. Burgemeester en wethouders spreken nu over de
vaststelling van een nieuw huurreglement, maar spreker meent dat een
nieuw huurreglement niet eenzijdig kan worden opgelegd. Men kan wel
aan nieuwe huurders een huurreglement aanbieden en dat hebben zij dan
te aanvaarden. Het gaat spreker echter hij meent dat in de vorige ver-
gadering duidelijk te hebben gesteld om de bestaande woningcomplexen.
Als spreker de nota van burgemeester en wethouders gedateerd 20 april
1966 en het schrijven van een woningbouwvereniging gedateerd 29 april
1965 naast elkaar legt, dan vraagt hij zich af hoe de zaak nu eigenlijk zit.
Spreker zou dan ook graag van het college de toezegging hebben, dat aan
de woningbouwverenigingen, die toch namens het college optreden, wordt
geschreven, dat zij dienen te handelen overeenkomstig hetgeen door het