115
28 april 1966
krap is opgezet. Hij zou daarover graag de mening van burgemeester en
wethouders willen horen.
Mevr Cohen wil alleen zeggen dat het totstandkomen van deze voorzie-
ning op' een zo gevaarlijk punt, al is het dan misschien niet de ideale op-
lossing, toch in ieder geval een dergelijke verbetering zal zijn, dat haar
fractie'daar graag haar dankbaarheid voor wil uitspreken.
De heer Verhoeven gelooft dat één ding niet uit de verf is gekomen, nl.
de mogelijkheid dat later zal blijken dat deze voorziening niet de juiste is.
Spreker heeft gezien dat er hij mag het woord koehandel niet gebrui-
ken maar hij doet het wel een koehandel is geweest met de rijkswater-
staat, waaruit een bepaalde kostenverdeling van dit werk tussen de ge-
meente en het rijk is geresulteerd. Als deze voorziening onverhoopt niet
voldoet zodat er later iets anders voor moet komen, wie betaalt dan de
kosten Spreker is van mening dat deze voorziening onvoldoende is.
De voorzitter antwoordt dat er twee plannen zijn gemaakt n.l. een plan
door openbare werken en een plan door de rijkswaterstaat. Burgemeester
en wethouders hebben gemeend, en de verkeerscommissie heeft hen daarin
gevolgd, toch het plan van de rijkswaterstaat tot uitvoering te doen
brengen. De middenstrook is naar de mening van het college niet breed
genoeg zodat men z'n auto daarin niet kan opstellen om zodoende de weg
in twee etappes over te steken. Men zal in één keer moeten oversteken.
Rijkswaterstaat meent echter dat deze voorziening verantwoord is. Rijks-
waterstaat heeft zich bereid verklaard de helft van de kosten te dragen.
Eigenlijk is het een logische consequentie dat, indien in de praktijk blijkt
dat de oplossing van de rijkswaterstaat niet de juiste is, omdat daardoor
gevaarlijke situaties ontstaan, dan de noodzakelijke kosten tot het ver-
beteren van deze voorziening door rijkswaterstaat worden gedragen en
niet door de gemeente. Dat is het standpunt van burgemeester en wet-
houders. Het is goed dat dit even in deze vergadering ter sprake is ge-
komen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdehjke stemming vast-
gesteld.
VII OPHEFFFING BETREKKING LEERKRACHT AAN
CRAIJENESTERSCHOOL
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
61. Opheffing betrekking leerkracht aan Crayenesterschool.
De voorzitter deelt mede dat 2 leden van de onderwijscommissie zich
met het voorstel akkoord verklaarden terwiji 2 leden hun stem wensten
voor te behouden.
Mevr. Cohen vindt het een moeilijke zaak dat de raad zo kort na de be-
grotingsvergadering weer geconfronteerd wordt met de toen genomen
beslissing om niet weer een boventallige leerkracht te benoemen. Toen
was niet te voorzien dat de raad zo gauw al voor de consequenties daar-
van zou komen te staan. De raad meende toch dat dit pas in september
zou spelen. Een goed ding is dat er toen van de zijde van de verschillende
fracties maar ook van de kant van de wethouder van onderwijs uitdruk-
kelijk is gesteld, dat, als er een nieuwe situatie zou optreden, de raad de
zaak weer helemaal opnieuw zou kunnen bekijken. Spreeksters fractie wil
dat graag doen en voelt zich dan ook niet gebonden aan het vorige be-
sluit Zij wil deze zaak opnieuw met een schone lei beginnen. De moeilijke
situatie is dus, dat er nu al een ontslag zal zijn van één onderwijzer terwijl