28 april 1966 ovpr 3 maanden waarschijnlijk een tweede ontslag zal volgen Voorts is hnre qrholen hebben nog een leerhngen aantal van pl.m. 40 leerlingen, tenslotte is de ingangsdatum van de 3e phase van de yerlagmg van de leerlhig-enschaal nog steeds onbekend. Haar fractie vindt dat burgemees- te? en wethouders in hun voorstel de zaak wel uitsluitend bekijken aan de hand van leerlingenaantallen en aan de hand van de fmanciele gevolgen dit een iuist uitgangspunt Haar fractie heeft nogal geworsteld met het nrobleem of nu de fpeciale moeilijkheden van één school in hetoordeel over deze hele zaak doorslaggevend moeten zijn. Het antwoord îs tenslotte geweest dat alle factoren zullen moeten meespelen, maar de emge nc - lijn die'haar fractie wil aanhouden is het belang van het Heemsteedse SÄÄSSEr zijn twee openbare scholen die in het volgend schooijaar een hoogste klasse zullen hebben van pl.m. 40 leer hngen De bflzondere scholen haar fractie ziet in dat dre wettehjk met als uitgangspunt genomen mogen worden, maar zij meent beslist die toch Tn haaf befchouwing te moeten betrekken - zullen steeds grotere kiassen hebben En als derde punt voert haar fractie aan dat door deze maatregel van het ontslag van een onderwijzeres een school een moeilijk misbare leerkracht zal moeten missen. Als men de aantallen leerlingen vergelijkt met het jaar 1957, toen het instituut van de boventallige leerkracht is îngesteld, gelooft spreekste niet dat er van een noodsituatie kan worden gesproken. Iets anders îs dat haar fractie het best mogeiijke onderwijs, dus ook grote uitgaven daar- voor bepaald geen luxe vindt. Haar fractie ziet het onderwi s niet alleen als lîet bijbrengen van parate kennis maar voorai als het wekken van be- langstelling We hebben eigenlijk allemaai wel aan den lijve ondervonde wat het zeggen wil als de jeugd opgroeit zonder belangstellmg în wat dan ook, als de jeugd zich verveelt. Men ziet overal om zich heen de ge g daarvan We zien de gevolgen ook van wat er gebeurt als de maatschap- pelijke belangstelling helemaal gaat ontbreken Het onderwijs heeft een enorme taak, juist in verband met de toenemende vrije tijd die zal komle waarbij spreekster dan nog voorbijgaat aan de eisen die het bednjfs v stelt n 1 een steeds grotere en betere schohng. Als haar fractie zo h onderwijs bekijkt, heeft het voor haar gevoel dezelfde hoogte van pnonteit als de volksgezondheid of de verkeersveiligheid, om maar eHkeie yoorbeel- den te noemen. Haar fractie meent dat het onderwijs beslist een dienst wordt bewezen wanneer de hoogste klassen en dan zeker de hoogs klassen van opleidingsscholen, een leerlingenaantal hebben van pl.m. 40 waarvoor toch een zekere individuele behandeling noodzakelijk îs Haar fractie zou dus ondanks alles er voor willen pleiten het mstituut van de boventallige leerkracht te herstellen totdat de derde phase van de verlaging van de leerlingenschaal haar intrede doet. De wethouder zal dan wel opmerken dat de gemeente dan hogere normen stelt dan het rijk doet, maar spreekster zou daarop willen antwoorden dat dat dan yoor het ogen- blik juist is maar dat het rijk ook hogere normen nodig vindt alleen is de derde phase nog niet verwezenlijkt door gebrek aan fmanciele middelen. Haar fractie meent dat in de gemeentebegroting nog ruimte zit om deze inderdaad grote uitgave voor dit doel te doen. Zij attendeert bovendien g op een persbericht van de laatste weken, waarin gesproken wordt van een mogelijkheid tot tegemoetkoming door het rijk aa.n de gemeenten m de onderwijs- en verkeersuitgaven. Dat is een bijeenkomst geweest van de ministers van binnenlandse zaken en van onderwijs met Proymcia e en ge- meentelijke instanties. Misschien ligt hier nog emge mogelijkheid. Haar fractie spreekt dus de hoop uit dat de onderwijskracht met ontslagen zal worden, m^fdat het herstel van het instituut van de boventallige onder- wijzer weer mog'elijk zal zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 35