31 maart 1966 91 jaar vanaf kunnen zijn. Krijgt men een vergoeding voor de eigen antenne Wat vinden de betrokkenen van deze regeling Wethouder Van Wijk antwoordt dat hij tot op zekere hoogte en met zekere beperkingen wel kan overnemen dat het individu centraal staat. De heer Scheer behoeft niet bang te zijn dat in plaats van het centrale individu een centrale antenne wordt geplaatst. Dat is niet de bedoeling, maar ook het centraal gestelde individu zal zich toch aan zekere ordemaat- regelen moeten onderwerpen. Nu kan men van mening verschillen over de vraag, waar die orde nu precies begint en ophoudt. Dat zal bij de een iets anders liggen dan bij de ander. Centrale antennes zijn al op meerdere plaatsen in de gemeente gebouwd, zodat het hier gewoon een voortzetting van een eenmaal ingeslagen weg betreft. Spreker gelooft inderdaad dat het juist is dat er centrale antennes voor bepaalde woningcomplexen worden geplaatst en dat dus de bewoners van die complexen voor zover zij televisie hebben, van de centrale antenne gebruik zullen moeten maken. Het is niet de bedoeling, voor zover spreker bekend, bestaande antennes in te nemen en daar een vergoeding voor te geven. Spreker weet niet precies de cijfers van de huurverhoging maar die kunnen uit andere schrifturen en be- scheiden worden opgemaakt. De huurverhoging is berekend naar de wer- kelijke kosten. Men heeft hier te maken met een waardevermeerdering in gebruik, waarvan de kosten via de huur worden verhaald. Die hogere huur gaat natuurlijk altijd door omdat de gemeente verplicht is om de centrale antenne aan te passen aan de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied en de daaruit voortvloeiende voorzieningen zullen dan voor rekening van de ge- meente zijn. Met het oog op onvoorziene uitgaven wordt gevraagd het krediet te willen stellen op 150 per woning, derhalve voor de 68 woningen op f 10.200. Een centrale antenne betekent (dat staat in het raadsvoorstel van 9 april 1964) voor bezitters van televisietoestellen een besparing welke varieert van 75 - 200 al naar gelang plaatsing van een tweede antenne nodig is en bij de oude ontvangsttoestellen een voorzetapparaat moet wor- den aangeschaft. Dat is dus een besparing maar natuurlijk niet vocr degene die al een antenne heeft. De heer Scheer: „Voor iemand die een modern toestel heeft is het ook geen besparing." Wethouder Van Wijk: „Die hoeft ook niet aangesloten te worden. Als hij een binnenantenne heeft bedoelt u." De heer Scheer: ,,Wil hij het toestel tot gelding brengen dan moet hij aansluiten." Wethouder Van Wijk: „Voor zover hij een antenne nodig heeft moet hij natuurlijk aangesloten worden op de centrale antenne. Ik dacht dat u be- doelde een toestel dat helemaal geen antenne nodig heeft." De heer Sclieer: „Zover zijn we nog niet." Wethouder Van Wijk kan niet zeggen hoe hoog de toe te passen huur- verhoging zal zijn. Deze wordt berekend naar de werkelijke kosten van de antenne zonder winst voor de gemeente. Mevr. Vriesendorp blijft het onbillijk vinden dat de betrokkenen geen vergoeding wordt gegeven voor een goede antenne die voor het tweede net geschikt is. De heer Scheer is een beetje boos over deze zaak, maar wat vinden de huurders er zelf van Is er in vorige gevallen tegen het moeten aansluiten op de centrale antenne geprotesteerd Wethouder Van Wijk antwoordt dat, voor zover hem bekend, geen protesten zijn ingekomen. Er zijn wel bewoners van de huizen van de stich- ting tot bevordering van de woningbouw geweest die dachten dat de be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 9