62a oe afd. 25 mei 1967 plaatst. Indien de herstelling of vemieuwing, naar het oordeel van bur- gemeester en wethouders, niet op voldoende wijze geschiedt, wordt de vergunning, bedoeld in artikel 6, ingetrokken. Artikel 10. De grafbedekkingen, bedoeld in artikel 6, moeten binnen een maand, na- dat de vergunning op grond van het bepaalde in artikel 8 is vervallen of op grond van het bepaalde in artikel 9 is ingetrokken, worden verwij- derd, bij gebreke waarvan de grafbedekkingen ter beschikking van de ge- meente komen. Van de orde op de begraafplaats. Artikel 11. 1. Hij, die een iijk op de algemene begraafplaats wil doen begraven, geeft daarvan op een nader door burgemeester en wethouders te bepalen wijze tenminste 24 uur tevoren (zon- zater- en aigemeen erkende feest- dagen niet medegerekend) kennis. 2. geen begraving mag geschieden, voordat aan de opzichter van de be- graafplaats is terhand gesteld het door de ambtenaar van de burgerlijke stand af te geven verlof tot begraven, het door de gemeenteontvanger af te geven bewijs, dat de verschuldigde rechten zijn voldaan en even- tueel het bewijs van verkregen rechten op een bepaalde grafruimte. Artikel 12. 1. Het begraven van lijken mag alleen geschieden op werkdagen van des voormiddags acht tot des namiddags twee uur, doch des zaterdags tot des namiddags half één. 2. Op hetzelfde tijdstip mog slechts één teraardebestelling plaats hebben. 3. De burgemeester kan in bijzondere gevallen afwijken van het in de leden 1 en 2 bepaalde toestaan. Artikel 13. Het vervoer naar de begraafplaats van lijken geschiedt in gesloten kis- ten. Artikel 14. 1. De begraafplaats is voor het publiek toegankelijk op zon-, zater- en al- gemeen erkende feestdagen van 10 tot 16 uur; op andere dagen van 8 tot 16 uur. 2. Burgemeester en wethouders zijn in bijzondere gevallen bevoegd de in lid 1 vermelde uren van openstelling tijdelijk te wijzigen. Artikel 15. 1. Kinderen beneden de leeftijd van 14 jaren, niet vergezeld van een meer- derjarig persoon, worden op de begraafplaats niet toegelaten. 2. Honden, kinderwagens en rijwielen mogen niet op de begraafplaats worden meegenomen. Oveo-gangsbepaling. Artikel 16. Bestaande grafkelders en daarin geplaatste Iijkkisten moeten voortdurend in behoorlijke staat, ter beoordeling van burgemeester en wethouders wor- den onderhouden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 19