25 mei Î8S7
62a, b
6e afd.
VASTSTELLING VEKOKDENINGEN OP DE ALGEMENE
BEGRAAFPLAATS EN OP DE HEFFING EN INVOKDERING VAN
RECHTEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ALGEMENE
BEGRAAFPLAATS IN DE GEMEENTE HEEMSTEDE.
Heemstede, 12 april 1967.
Aan de Raad,
De verordening op de heffing en invordering van rechten wegens het
gebruik der algemene begraafplaats van de gemeente Heemstede, die
werd vastgesteld bij Uw besluit van 27 september 1956, no. 97, goedgekeurd
bij Koninklijk Besluit van 19 november 1956, no. 13, vervalt met de wijzi-
gingen, die daarin werden aangebracht bij Uw besluiten van 29 januari
1959, no. 23 en 17 december 1959, no. 178, goedgekeurd bij Koninklijk Be-
sluit van resp. 21 april 1959, no. 21 en van 27 februari 1960, no. 10, met
ingang van 1 januari 1968. Deze verordening werd laatstelijk ongewijzigd
voor 1 jaar verlengd bij Uw besluit van 24 november 1966, no. 138, goed-
gekeurd bij Koninklijk Besluit van 27 december 1966 no. 5.
Wij hebben ons ten aanzien van de exploitatie van de begraafplaats
beraden, omdat zowel het toenemende exploitatie-verlies als de in snel
tempo verminderende ruimte, beschikbaar voor begraven, ons ernstig zor-
gen baart.
Teneinde terzake een duidelijk beeld te verkrijgen hebben wij een onder-
zoek doen instellen, waarvan de resultaten, hierna zoveel mogelijk in cijfers
weergegeven, ons tot het voorstellen van ingrijpende wijzigingen nopen.
Exploitatie-overzicht 1956 t/m 1965.
jaar
uitgaven
inkomsten
nadelig saido
1956
71.810,—
34.490,—
37.320,—
1957
74.340,—
37.830,—
36.510,—
1958
75.190,—
39.760,—
35.430,—
1959
76.517,—
40.627,—
35.890,—
1960
83.715,—
63.450,—
20.265,—
1961
89.426,—
69.405,—
20.021,—
1962
100.300
79.417,—
20.883,—
1963
99.885,—
80.209,—
19.676,—
1964
115.329,—
84.213,
31.116,—
1965
112.538,—
86.443,—
26.095,—
1966
raming 29.774,
1967
raming 36.331,
Uit dit overzicht blijkt, dat de verhoging der tarieven in 1960 volledig
achterhaald is door de nadien optredende stijging van de uitgaven en dat
met name de niet onaanzienlijke verhoging der salarissen en de maatre-
gelen ten aanzien van pensioenpremie en verhaal premie A.O.W. in 1964
het nadelig saldo zeer heeft doen toenemen. Het totaal der uitgaven is
sterk gestegen en zal, naar wij verwachten, als gevolg van salarismaat-
regelen, in de naaste toekomst 120.000 per jaar benaderen.
Ondanks een versoberd beheer, hetgeen moge blijken uit onderstaande
vergelijking tussen de jaren 1946, 1958 en 1965, is het niet gelukt de uit-
gaven op een enigszins constant peil te houden. De oorzaak is te vinden in
het feit, dat de onderhoudskosten van de begraafplaats voor het overgrote
deel bestaan uit personeelslasten, die, zoals bekend, in de naoorlogse jaren
regelmatig toegenomen zijn en nog toenemen.