104
25 mei 1967
er inderdaad niet meer naar omkijken. Een andere reden is, als spreekster
het heel grof mag zeggen, dat het een soort status-symbool kan zijn.
Spreekster vindt dat redenen die niets met de religie te maken hebben.
Er zijn natuurlijk in Heemstede mensen spreekster dacht niet dat
het er heel veel waren die om puur religieuze overwegingen een eigen
graf willen hebben. Als een kleine minderheid uit religieuze motieven iets
wil waaryoor anderen echter bepaaid worden geschaad, dan vindt spreek-
ster dat een bijzonder moeilijke zaak. Haar fractie heeft natuurlijk res-
pect voor ieders religieuze overtuiging. De vraag is echter of men dan ook
de maatschappelijke gevolgen daarvan moet accepteren. Burgemeester
en wethouders schrijven zelf over dit punt, dat daarvoor zakelijke argumen-
ten moeten wijken. De zakelijke argumenten zijn hoe luguber dat mis-
schien ook kiinkt dat er op dit punt een kwestie van overbevolking is
en dat er een schaarste aan grond bestaat. Spreekster zou haar standpunt
met enkele voorbeelden willen verduidelijken. Persoonlijk respecteert zij de
mening van mensen die de heilige koe willen sparen, maar zij respecteert
absoluut niet de hongersnood en de ellende die daaruit voortkomt. Zij denkt
ook aan mensen die zich om religieuze motieven niet willen laten inenten.
Dat kan spreekster vanwege de gevaren voor de gemeenschap onmogelijk
accepteren. Er zijn meer van dergelijke voorbeelden te bedenken. Men zal
misschien zeggen dat dit niet zo zwaar ligt, maar in principe is het toch
eigenlijk hetzelfde. In dit vlak bekijkt haar fractie ook deze religieuze mo-
tieven. Daarom is haar fractie van mening dat eigen graven niet meer
moeten worden uitgegeven te meer ook omdat in het wetsontwerp van de
tweede commissie Kan, dat nog steeds bij binnenlandse zaken ligt, eigen
graven niet meer worden genoemd. Deze mening spreekt nog sterker om-
dat voor de mensen die een eigen graf voor de eeuwigheid willen hebben,
graven beschikbaar zijn die per 10 jaar steeds weer verlengd kunnen wor-
den.
De heer Kuiper kan het volkomen eens zijn met de bepaling dat huur-
graven alleen voor 10 jaar kunnen worden gehuurd met mogelijke ver-
lenging.
Burgemeester en wethouders stellen in hun toelichting, dat het voor het
verkrijgen van een sluitende exploitatie van de begraafplaats noodzakelijk
is, dat de tarieven moeten worden herzien. Daar gaat spreker ook mee
akkoord. Hij kan er echter niet mee akkoord gaan dat burgemeester en
wethouders een sluitende exploitatierekening willen bereiken alleen door
verhoging van de grafrechten voor de huurgraven met ruim 112% en door
verhoging van de begraafrechten met 200%. Spreker vindt dat een vrij
drastische verhoging. In feite betekent deze verhoging een directe meer-
dere uitgave van pl.m. 210,Dat vindt spreker toch wel vrij hoog. Bur-
gemeester en wethouders schrijven in hun toelichting dat de onderhouds-
rechten voor zerken en beplantingen naar hun mening niet onbeperkt ver-
hoogd kunnen worden gelet op het directe verband dat het publiek hier
voelt tussen kosten en verleende diensten. Spreker meent echter dat het
grootste deel van de exploitatiekosten van de begraafplaats bestaat uit
onderhoud van de bestaande graven. Omdat de laatste 7 jaar de loonkosten
met pl.m. 80% zijn gestegen meent spreker dat ook een redelijke verhoging
van de onderhoudsrechten van bestaande graven op haar plaats is. Waar-
om het publiek er niet op gewezen dat het, bij zo'n geweldige stijging van
lonen en salarissen, redelijk en verantwoord is ook de onderhoudsrechten
te verhogen? Spreker vindt dan ook een verhoging van alleen de graf-
en begraafrechten en niet van de onderhoudsrechten een onredelijke zaak.
De heer Bomans zegt dat alinea 6 van artikel 7 van de verordening op de
algemene begraafplaats luidt: „De gemeente kan nimmer aansprakelijk
worden gesteld voor de schade bij het wegnemen en herplaatsen aan de
grafbedekkingen, op welke wijze ook, aangebracht." Dit is z.i. het afbre-