25 mei 1967
105
ken van de moraal van bovenaf. Het is toch normaal dat men, als men
schade aan derden toebrengt, voor de schade opdraait. Spreker ziet niet
in waarom de gemeente hierop een uitzondering moet vormen en dan zeker
niet voor een graf.
De heer Willemse zegt dat hetgeen de heer Kuiper naar voren heeft
gebracht hem toch ook wel aanspreekt. Spreker is het er helemaal mee
eens dat getracht moet worden de exploitatie van de begraafplaats op een
wat gezondere financiële basis te brengen. Ook spreker heeft wel even ge-
twijfeld aan de redelijkheid of billijkheid van de voorgestelde maatregelen
tot verhoging van de baten. Zo heeft spreker van verschillende kanten
gehoord, dat zeker de wat oudere mensen in het algemeen te laag zijn ver-
zekerd. Men kan natuurlijk stellen, dat het een duidelijke zaak is dat men
zich met het oog op de kostenverhoging hoger moet verzekeren, maar juist
op wat oudere leeftijd worden de daarvoor te betalen premies belangrijk
hoger. Voor een gezin met kinderen is de totaal premie dan dikwijls een
belangrijke factor in het huishoudbudget. Spreker heeft zich dan ook af-
gevraagd of het niet beter zou zijn de graf- en begraafreehten iets minder
rigoureus te verhogen en daartegenover de onderhoudsrechten met een
zeker percentage te verhogen, waardoor uiteindelijk tot een sluitende ex-
ploitatie kan worden gekomen. Spreker wil zijn stem tot na het antwoord
van het college voorbehouden teneinde eventueel met een voorstel tot wij-
ziging van de verordening in de geest als de heer Kuiper heeft bepleit, te
kunnen meegaan.
In raadsstuk 62b, artikel 4, staat dat voor het begraven van een lijk na
14 uur een extra recht is verschuldigd van 50,In zijn algemeenheid
is dit juist en billijk, maar spreker heeft vernomen dat er soms omstandig-
heden zijn waardoor de afgesproken tijd wat kan uitlopen. Het gebeurt
n.l. wel eens dat een begrafenis wat meer tijd vergt omdat tegenwoordig
de mogelijkheid bestaat in de aula na de begrafenis koffie te drinken. Spre-
ker weet niet of de aula daarvoor eigenlijk wel geschikt moet worden ge-
acht, maar een feit is het dat daardoor soms een volgende begrafenis
eerste nâ 14 uur kan plaats vinden met als gevolg, een wat hoger tarief.
In raadsstuk 62a, artikel 12 staat, dat op hetzelfde tijdstip slechts één
teraardebestelling mag plaats hebben. Voor zover dat de algemene be-
graafplaats betreft kan spreker zich dat voorstellen maar volgens deze be-
paling zou het ook niet mogelijk zijn tegelijkertijd te begraven op de al-
gemene begraafplaats ên op de r.-k. begraafplaats. Dit wordt o.a. verde-
digt met het motief dat de opzichter of de man die ambtshalve bij een be-
grafenis aanwezig moet zijn, slechts op één plaats tegelijk kan zijn. Spre-
ker heeft echter vemomen dat er een drietal employe's op de begraafplaats
aanwezig is dat over het vereiste uiniform beschikt en ook de vakkennis
heeft om het begraaftoestel te bedienen. Het zou dan toch mogelijk zijn op
beide begraafplaatsen tegelijk te begraven. Het zal bekend zijn dat in het
algemeen aan een begrafenis op de katholieke begraafplaats een kerkdienst
vooraf gaat. Er zijn nog wel eens moeilijkheden die kerkdienst in te pas-
sen omdat er vaak meerdere kerkdiensten rondom dezelfde tijd worden ge-
houden die moeilijk verzet kunnen worden. Als spreker goed is ingelicht
zou het, met enige medewerking van de dienstdoende employé's, toch wel
mogelijk zijn op ongeveer dezelfde tijd op beide begraafplaatsen een be-
grafenis uit te voeren, waardoor het soms wat moeilijke punt van de vast-
stelling van dag en uur kan worden vereenvoudigd.
De heer Van der Hulst merkt op dat lid 4 van artikel 3, raadsstuk 62a,
luidt: „Het in lid 3, onder b, genoemde recht kan telkens met 10 jaren
worden verlengd indien daartoe door de rechthebbende binnen een jaar,
voorafgaande aan de datum van afloop van een termijn, een verzoek aan
burgemeester en wethouders wordt gedaan." Spreker zou die bepaling in