94
25 mei 1967
B. idem bij besluit van 11 april 1967, no. 598, van het raadsbesluit d.d.
30 maart 1967, no. 40 „Aankoop grond nabij de Kerklaan", voor zoveel
betreft punt a.
C. idem bij besluit van 11 april 1967, no. 593, van het raadsbesluit d.d.
30 maart 1967, no. 43 „Verkoop gedeelte voormalige tankgracht Ipen-
rode".
D. mededeling van gedeputeerde staten d.d. 18 april 1967, no. 248 dat de
lOe wijziging der begroting 1965 voor kennisgeving is aangenomen.
E. idem d.d. 18 april 1967, no. 489, dat de gemeenterekening 1962 door hen
is gesloten.
F. verslag van kasopneming en controle administratie in het 2e kwartaal
1967: grondbedrijfstichting studiehulp; schoolartsendienst.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders, worden
de stukken genoemd onder A t/m P zonder hoofdelijke stemming, voor
kennisgeving voorgenomen.
G. schrijven van gedeputeerde staten d.d. 18 april 1967 no. 153, waarbij zt)
het gevoelen van de raad vragen over een voorgenomen herziening van
de „Bezoldigingsregeling wethouders 1963".
De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders de raad voorstellen
met deze herziening akkoord te gaan.
De heer Smit heeft bezwaar tegen deze verhoging van de bezoldiging
van de wethouders, i.v.m. de kosten die daaraan zijn verbonden en i.v.m.
de presentiegelden voor het bijwonen van de vergaderingen. Hij vraagt
aantekening dat hij geacht wil worden te hebben tegengestemd.
De heer Rutgers meent in het algemeen, dat, zoals hij al meermalen
heeft betoogd, in verband met de zuivere positieverhoudingen aan een ge-
lijksteiling van een wethouder met een ambtenaar bezwaren kleven, hetgeen
zeker geldt voor een gemeente als Heemstede waar het wethouderschap
een part-time job is. Omdat het nu een aanpassing betreft in verband met
de geldontwaarding, meent spreker echter geen bezwaar tegen het voorstel
te moeten maken.
De voorzitter zegt in antwoord op het gesprokene door de heer Smit, dat
de toekenning van de presentiegelden bij de wet is geregeld. Daar heeft de
raad dus niets over te zeggen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten met de voorgestelde her-
ziening akkoord te gaan.
Vragen van het raadslid H. J. Smit inzake woningbouw.
1. Is uw College niet van mening dat de Raad van uw Gemeente een
duidelijk inzicht verkrijgt, betreffende de woningbouw, in de naaste toe-
komst
2. Acht uw College het niet uiterst belangrijk, om aan elke suggestie om
tot een oplossing te komen, de nodige aandacht te schenken en op
korte termijn de mogelijkheden te openen, tot een oriënterend onder-
houd met terzake kundigen?
Antwoord van burgemeester en wethouders.
Wij nemen aan dat de vragen betrekking hebben op de bouw van
woningwetwoningen. Zoals u bekend is hebben wij reeds enige tijd geleden
een door architect B. J. J. M. Stevens, alhier, ontworpen plan voor de
bouw van 268 woningwetwoningen in het bestemmingsplan „Van Merlen-
laan-Kerklaan" ingediend bij de Provinciale Directie van de Volkshuisves-
ting en de Bouwnijverheid. Hierbij is een prijsopgave gevoegd, welke is