25 mei 1967
97
waren ook verschillende moeilijkheden aan verbonden. Evenals toen is ook
nu, openlijk of bedekt, aangeraden een aantal vvoningen in de vrije sector
in dit plan op te nemen. Burgemeester en wethouders hebben gezegd dat zij
hier niet voor voelden omdat zij meenden dat het ingediende plan zonder
verdere manipulaties aan de hand van de bestaande voorschriften uitvoer-
baar was. Men heeft ook gezegd, dat hier en daar de boel wat te goed te
degelijk is opgezet, b.v. de zwevende vloeren zoals dat heet. Spreker heeft
al meermalen betoogd dat in geen geval ramphuizen moeten worden ge-
bouwd waarvan men permanent ellende en klachten houdt over gehorigheid
of over dit en dat gebrek. Een van de belangrijkste dingen bij flatbouw
acht spreker, het college en de raad toch wel het voorkomen van gehorig-
heid en juist op dit punt zit men te trekken of dat niet anders kan. Met be-
trekking tot dit punt zou spreker geen enkele concessie willen doen. De
strijd om voorzieningen aan te brengen teneinde gehorigheid in de flats
te voorkomen, is wel een van de knelpunten waarop de goedkeuring hapert.
De heer van der Hulst heeft gezegd dat de architect geen specifieke
bouwer van woningwetwoningen is. Dat is zo en spreker prijst hem daarom.
Zonder twijfel kan hij wel woningwetwoningen bouwen. Van na de oorlog
tot op heden zijn in Heemstede, naar spreker van deskundigen en van de
provinciale directie heeft gehoord, prima woningwetwoningen gebouwd.
Geen van de woningcomplexen, behalve dan de houtrijke woningen, heeft
aanleiding gegeven tot moeilijkheden. Onze woningwetwoningen zijn prima.
Ze zien er helemaal niet, zoals vroeger wel het geval was, als arbeiders-
woningen uit. Het zijn woningen die volkomen in het Heemsteedse millieu
passen en heel goed aansluiten bij de overige architectuur, zelfs die van de
vrije bouw. In bouwplan Glip II zijn slechts betrekkelijk kleine verschillen
tussen de vrije bouw en de woningwetwoningen te constateren, terwijl de
prijzen voor de vrije bouw bijna dubbel zo hoog liggen. Of een volgend
bouwplan aan een bouwer gespecialiseerd in woningwetwoningen moet
worden opgedragen weet spreker nog niet. Hij heeft die suggestie dus ge-
hoord en burgemeester en wethouders zullen daarover denken.
Inmiddels heeft ook spreker vernomen dat na de verscherpte maatrege-
len van minister Witte, in Noord-Holland bouwplannen zouden zijn goedge-
keurd. Spreker wil direct onderzoeken welke normen daarbij zijn aange-
houden. Hij weet zeker dat het onderhavige plan beoordeeld is aan de
hand van de thans geldende voorschriften.
De heer Smit heeft er op gewezen dat spreker in maart zou hebben ge-
zegd, dat het plan over 14 dagen rond zou zijn. Spreker heeft toen ge-
zegd, dat hij hoopte over 14 dagen nader bericht te ontvangen. Spreker
had toen inderdaad de verwachting, dat door de provinciale directie spoe-
dig een eindberekening zou worden gegeven, maar de provinciale directie
liet heel weinig uit. Spreker is blij dat de departementale berekening heel
wat meer heeft opgeleverd.
Voorts heeft de heer Smit opgemerkt dat er eigenlijk een tweeslachtig-
heid zit in enerzijds: „suggesties moeten allemaal worden bekeken, gewaar-
deerd, overgenomen zo nodig" en ,,op dit moment kunnen we niets doen".
Spreker ziet dat niet in. Suggesties kunnen voor een bepaald plan niet
bruikbaar zijn maar voor een volgend plan eventueel wel. De heer Smit
zal het toch met spreker eens zijn dat het, in het stadium waarin het be-
doelde bouwplan verkeert, niet mogelijk is plotseling een andere architect
in te schakelen. Dat wil niet zeggen dat de suggesties van de heer Smit
weggewuifd zijn, maar dat wil alleen zeggen dat daarvan op het moment
geen gebruik kon worden gemaakt. Misschien dat er na maandag wel ge-
bruik van moet worden gemaakt. Burgemeester en wethouders zijn enige
malen bij de provinciale directie voor overleg geweest en via deze directie
zijn bij het departement stappen gedaan. Na maandag zullen burgemeester
en wethouders zich verder beraden over de resultaten van het overleg. Als