100
25 mei 1967
kwaliteit, maar spreker wil juist woningen laten zien waaraan hoge eisen
zijn gesteld met betrekking tot de kwaliteit en de demping van geluid.
Wethouder Van Wijk: „Na maandag bel ik u op en dan gaan wij naar die
huizen kijken."
I. Schrijven van burgemeester en wethouders d.d. 11 mei 1967 no. 1898
inzake eventuele toepassing van gekapte trottoirbanden.
J. Idem d.d. 16 mei 1967, no. 1922 inzake de verordening benzinepompen.
(Zie punt III)
K. Idem d.d. 18 mei 1967, no. 1941 inzake bevoegdheden met betrekking
tot afkeuring van voetbalvelden.
De heer Rücker heeft met belangstelling van dit schrijven kennis geno-
men. Spreker begrijpt hier uit, dat de gemeente Heemstede als eigena-
resse de bevoegdheid heeft aan de huurster te verbieden onder bepaalde
omstandigheden het veld te bespelen. Dit is een interessante mededeling en
spreker zou zich kunnen voorstellen dat bsturen van meerdere voetbalver-
enigingen hiervan met belangstelling kennis zullen nemen, temeer omdat
de situatie zoals die hier ligt, in vele gevallen gelijk is. Spreker is met dit
antwoord dan ook volkomen tevreden.
Hij zou echter ook nog gaarne willen vernemen of er reeds een reactie
van de KNVB is gekomen op de door de Sportstichting gemaakte bemer-
king, dat uit het feit dat het veld onder zeer slechte weersomstandigheden
is bespeeld geworden, schade is voortgevloeid.
Wethouder mevr. van der Meulen zegt dat de KNVB hierop inderdaad
heeft geantwoord. De bond houdt in zekere zin de scheidsrechter de hand
boven het hoofd omdat hij op dat moment heel erg moeilijk anders kon
doen dan hij heeft gedaan. Maar de KNVB geeft wel toe dat via R.C.H.,
de huurster van het terrein, had kunnen worden doorgezet dat het veld
niet bespeeid zou worden. Het bestuur van R.C.H. dat de hele geschiedenis
heeft bijgewoond, is van mening, dat het op dat moment erg moeilijk was
de wedstrijd niet door te laten gaan.
De heer Rücker: ,,Ik begrijp dat dit het verschil is tussen theorie en
praktijk."
De voorzitter: „Dat ligt er aan. Het gaat in uw betoog ook over de
schade."
De heer Rücker: „Ik haak dus in op hetgeen mevr. Van der Meulen heeft
verteld, n.l. dat de KNVB heeft gesteld dat in deze R.C.H. had moeten
optreden. Dat is natuurlijk theoretisch wel zo...
De voorzitter: „Dat is een bevoegdheidskwestie. Daarnaast heeft u de
vraag gesteld of de schade kan worden geclaimd. Daar komt het eigenlijk
op neer en daar is niet verder over gesproken. De K.N.V.B. stelt dat hij
niet aansprakelijk is."
De heer Rücker: ,,Die is geen partij in deze."
III. PLAATSING BENZINEPOMPEN OP OF AAN EEN WEG;
VASTSTELLING NIEUWE VERORDENING BENZINEPOMPEN
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
61 Plaatsing benzinepompen op of aan een weg; vaststelling nieuwe
verordening benzinepompen.
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de strafverordeningen
zich hiermede kan verenigen. Spreker stelt hierbij tevens aan de orde in-
gekomen stuk letter J.