77
78
2e afd.
29 juni 1967
UITKERING IN VERBAND MET DE VERLATE
INWERKINGTREDING VAN HET VERHAALBESLUIT
Heemstede, 14 juni 1967.
Aan de Raad,
In een circulaire van 19 mei 1967, nr. AB67/U830, heeft de Minister van
Binnenlandse Zaken richtlijnen verstrekt inzake de toekenning aan het
rijkspersoneel van een uitkering-ineens over het tijdvak van 1 januari
t/m 30 juni 1967.
De uitkering is bedoeld als een compensatie voor het nadeel dat belang-
hebbenden ondervinden van de verlate inwerkingtreding van de nieuwe
regeling van pensioenbijdrageverhaal.
Laatstgenoemde regeling, welke voor de personeelsleden met een salaris
van 1.270,per maand of minder, een verlaging van het pensioenbij-
drageverhaal en dus een verhoging van het inkomen betekent, zou aan-
vankelijk in werking treden op 1 januari 1967. Om administratief-technische
redenen is deze datum echter uitgesteld tot 1 juli 1967.
De uitkering bedraagt f 22,50 per maand voor de laagste ambtenaren
en daalt, naar gelang het salaris stijgt, tot f 6,50 per maand. Ambtenaren
met een salaris van meer dan f 1.270,per maand ontvangen geen com-
pensatie, ondanks het feit dat voor deze groep het pensioenbijdrageverhaal
wordt verhoogd en dus het inkomen is verminderd
Voornoemde Minister nodigt de gemeentebesturen uit eenzelfde voor-
ziening als hiervoor bedoeld, te treffen ten behoeve van het daarvoor in
aanmerking komende gemeentepersoneel.
Het Centraal Bureau inzake gemeenschappelijke behandeling van Ge-
meentelijke personeelsaangelegenheden heeft in een circulaire van 6 juni
1967, no. 437, de aangesloten gemeenten geadviseerd zich aan de voor het
rijkspersoneel getroffen regeling te conformeren.
De beide hierboven aangehaalde circulaires zijn voor u bij de stukken ter
inzage gelegd.
Wij stellen u voor aan het verzoek van de Minister van Binnenlandse
Zaken gevoig te geven en daartoe het ontwerp-besluit vast te stellen.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
O. H. van Wijk, l.b.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.