92
2e afd.
27 juli 1967
Artikel 5.
Alle aan geldgeefster verschuldigde betalingen zullen geschieden te haren
kantore te s-Gravenhage of bij een nader door geldgeefster aan te wiizen
betaalkantoor. J
De betalingen zullen geschieden in Nederlands geld, zonder lcorting of
schuldvergelijking en zonder kosten voor geldgeefster.
De betalingen zullen gerekend worden aliereerst te zijn geschied ter vol-
doening van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de vergoedin-
gen, vervolgens van de rente en het laatst van de hoofdsom.
Artikel 6.
Indien geldneemster het aan rente of aflossing verschuldigde niet op tijd
en overeenkomstig het bepaalde in artikel 5 zal hebben voldaan, zal zij aan
geldgeefster betalen, als boete, een bedrag gelijk aan vijf ten honderd per
jaar van het achterstallige bedrag over de tijd der nalatigheid.
Artikel 7.
Het onafgeloste deel van het bedrag der lening is, met de rente en de
kosten, onmiddellijk opeisbaar bij niet-nakoming door geldneemster van
een of meer der in deze akte vermelde bepalingen of aangegane verbinte-
mssen, tenzij geldneemster, na door geldgeefster aan haar verplichtingen
te zijn hermnerd, alsnog binnen veertien dagen na ontvangst dier herinne-
rmg, het verschuldigde, vermeerderd met de boete, voldoet en/of haar
ovenge verplichtingen alsnog nakomt.
Geldneemster zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen
van het m het vorig lid bedoelde geval van onmiddellijke opeisbaarheid
alsof Z1J blJ bevel of andere soortgelijke akte ware in gebreke gesteld.
Artikel 8.
De belastmgen, welke van rente der lening geheven mochten worden
komen ten laste van geldneemster.
Artikel 9.
Alle kosten en rechten van deze akte, van de schuldbekentenis en van
de maatregelen, welke geldgeefster mocht nemen tot behoud of ter uit-
oefenmg harer uit deze overeenkomst voortvloeiende rechten ziin voor
rekenmg van geldneemster. J
De secretaris,
Heemstede, 27 juli 1967.
De Kaad voornoemd,