98
2e afd.
28 september 1967
Artikel 34.
1. Door de gemeente kan jaarlijks uit haar gewone middelen een bij de
begroting vast te stellen bedrag aan het bedrijf worden uitgekeerd ter
vorming van een reserve voor dekking van toekomstige verliezen.
2. Deze uitkeringen worden aan de algemene reserve toegevoegd.
Artikel 35.
Ten aanzien van de reserves van het bedrijf, met uitzondering van de
„meerwaarde bij inbreng" wordt gehandeld overeenkomstig artikel 17,
leden 2, 3 en 4.
Artikel 36.
1. Indien gronden, welke in het bedrijf zijn ingebracht, in erfpacht wor-
den uitgegeven, blijven deze in het bedrijf.
2. Met betrekking tot deze gronden heeft geen periodieke schatting
plaats.
Artikel 37.
1. Indien volgens de erfpachtsvoorwaarden bij het beëindigen van de erf-
pacht een vergoeding voor opstai is verschuldigd, wordt voorzoveel
nodig jaarlijks een bedrag voor dit doel ten laste van de exploitatie
gebracht.
2. Deze bedragen worden geadministreerd als een afzonderlijk in de
balans op te nemen reserve.
Artikel 38.
1. Een batig saldo van de exploitatie van in erfpacht uitgegeven gron-
den wordt aan de algemene reserve toegevoegd.
2. Een nadelig saldo van die exploitatie wordt zoveel mogelijk gedekt
uit de algemene reserve.
3. Is de reserve daartoe onvoldoende, dan vergoedt de gemeente de ont-
brekende bedragen uit haar gewone middelen.
Artikel 39.
1. Per 1 januari 1972 en vervolgens na verloop van elk tijdvak van 5
jaren wordt de waarde van de bij het bedrijf in beheer zijnde gronden
geschat.
2. Tengevolge van deze schatting ondergaan de boekwaardecijfers bij het
bedrijf geen verandering.
3. Ten aanzien van de financiële uitkomst van de schatting wordt het
bedrijf als één geheel beschouwd.
4. In het geval dat de schattingswaarde lager is dan de boekwaarde,
verminderd met de reserve-correctie nadelig schattingsverschil, wordt
het nadelig verschil in de volgende rangorde gebracht ten laste van
de rekeningen:
a. meerwaarde bij inbreng;
b. algemene reserve;
c. verliezen en winsten grondverkopen.
Voor de afboeking van de reserves bedoeld onder a en c, wordt in
afwijking van lid 3, rekening gehouden met het resultaat van de
schatting.
5. Indien en voorzover deze reserves niet toereikend zijn, vergoedt de ge-
meente het verschil aan het bedrijf uit haar gewone middelen.