4e afd. 28 september 1967 07
Artikel 6.6
1. Burgemeester en wethouders weigeren het verlof indien niet wordt
voldaan aan de in artikel 6.4 gestelde eisen.
2. Zij trekken het verlof in, indien:
a. niet langer wordt voldaan aan de in artikel 6.4 gestelde eisen;
b. gedurende een jaar anders dan wegens overmacht geen hande-
lingen zijn verricht met gebruikmaking van het verlof;
c* zich in het betrokken verlofbedrijf feiten hebben voorgedaan, die
de vrees wettigen dat het van kracht blijven van het verlof gevaar
zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid.
3. Zij kunnen het verlof intrekken, indien niet langer wordt voldaan aan
de krachtens artikel 6.5, tweede lid, gestelde beperkingen of voor-
schriften.
4. Een besluit waarbij een verlof is geweigerd of ingetrokken, een verlof
onder beperkingen is verleend, of aan een verlof voorschriften zijn ver-
bonden, is met redenen omkleed en wordt aan de verzoeker bij aange-
tekende brief toegezonden.
Artikel 6.7
1. Tegen het besluit als bedoeld in artikel 6.6, vierde lid, kan de betrok-
kene schriftelijk beroep instellen bij de gemeenteraad.
2. Het beroepschrift wordt binnen vier weken na de dag waarop het be-
sluit is verzonden ingediend bij burgemeester en wethouders.
3. Voor de toepassing van dit artikel wordt het niet binnen de gestelde
termijn besluiten gelijkgesteld met een besluit tot weigering. De be-
roepstermijn begint alsdan op de dag, volgende op die waarop het besluit
uiterlijk had moeten zijn genomen.
Artikel 6.8
Overtreding van het verbod, gesteld in artikel 6.2, of van een voor-
schrift, gesteld krachtens artikel 6.5, tweede lid, wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste twee maanden, of geldboete van ten hoogste
driehonderd gulden. Artikel 70 van de wet is van overeenkomstig toe-
passing.
Hoofdstuk 7. Slotbepalingen
Artikel 7.1
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere regels te stellen in het
belang van een goede uitvoering van de in deze verordening geregelde
onderwerpen.
Artikel 7.2
1. Deze verordening kan worden aangehaald als: Drank- en Horecaver-
ordening.
2. Zij treedt in werking op een door burgemeester en wethouders te be-
palen tijdstip, dat voor de onderscheiden hoofdstukken en artikelen
verschillend kan zijn.
De voorzitter,
Heemstede, 28 september 1967.
De Raad voornoemd,