98
2e afd.
28 september 1967
Artikel 10.
1. Ten behoeve van het bedrijf kan een rekening" bij de postcheque- en
girodienst worden geopend.
2. Opdrachten tot afschrijving van deze rekening worden ondertekend
door de administrateur en de kassier. Beschikking over de rekening per
postcheque is niet toegestaan.
Artikel 11.
1. De kassier handelt met de kasgelden, met inbegrip van sal,di bij de
postcheque- en girodienst, voor zover deze niet onmiddellijk voor be-
talingen benodigd zijn, overeenkomstig de bepalingen der verordening
regeiende de centrale kasdienst.
2. De gemeente verstrekt aan het bedrijf zo nodig tijdelijk kasgeld voor
het doen van betalingen.
3. Burgemeester en wethouders stellen de door de gemeente en het bedriif
te vergoeden rente vast.
Artikel 12.
Jaarlijks vöör 1 juni zendt de directeur een in overleg met de administra-
teur opgemaakte ontwerp-begroting voor het volgende jaar, met daarbij
behorende toelichting, aan burgemeester en wethouders.
De administrateur tekent deze ontwerp-begroting voor gezien.
Artikel 13.
Besluiten van de raad, waarbij machtiging tot af- en overschrijving van
en °P posten van de begroting van het bedrijf wordt verleend, behoeven de
goedkeurmg van gedeputeerde staten.
Artikel 14.
?e Semecnte verstrekt aan de bedrijven het kapitaal, benodigd voor de
fmanciering van de op de kapitaaldienst van het bedrijf verantwoorde
uitgaven ter verkrijging en ter verbetering van vaste bezittingen en
van voorraden.
2. Elk bedrijf vergoedt over het verstrekte kapitaal aan de gemeente
telkenjare rente naar een percentage, gelijk aan dat, hetwelk voort-
vioeit uit de verdeling van de door de gemeente voor de financierine
van haar kapitaalsuitgaven betaalde rentekosten
Artikel 15.
1. Jaarlijks wordt op de boekwaarde van de bezittingen van het bedrii'f
wegens waardevermindering afgeschreven.
2. De jaariijkse afschrijvingen blijven niet beneden de percentages vastge-
iegd m een tabel door de raad onder goedkeuring van gedeputeerde
staten vastgelegd.
3. De afschrijving op daarvoor in aanmerking komende objecten kan in
cleze tabel op annuïtaire of unuïtaire basis worden vastgesteld.
4. De afschrijvingstabei wordt tenminste eenmaal in de 5 jaren herzien.
Artikel 16.
Als gewone aflossing op de kapitaalschuld keert het bedrijf jaarlijks aan
gemeente uit een bedrag dat gelijk is aan het totaal van de ten laste
van de rekenmg van baten en lasten gebrachte afschrijvingen.