98
2e afd.
28 september 1967
2. Indien bijzondere omstandigheden aanleiding geven tot verkoop beneden
de normale verkoopprijs, wordt het verschil tussen deze prijs en de wer-
kelijke verkoopprijs door de gemeente aan het bedrijf ve'rgoed.
Artikel 29.
Ten aanzien van de bij verkoop vrijkomende middelen gelden de volgende
bepalingen:
a. een bedrag gelijk aan de op grond van artikel 27 berekende kostprijs
wordt afgeboekt op de boekwaarde van het betreffende complex of
onderdeel;
b. het verschil wordt geboekt op de rekening „verlies en winst grondver-
kopen" die voor elk complex wordt aangehouden;
c. in<äien de boekwaarde tot nihil is afgeboekt wordt het resterende kost-
prijsdeel geboekt op de rekening „reserve nog uit te voeren werken"
die voor elk complex wordt aangehouden.
Artikel 30.
1. Na algehele uitgifte van een complex wordt de rekening „reserve nog
uit te voeren werken" aangevuld tot het geschatte benodigde bedrag.
2. Deze aanvulling geschiedt in de volgende rangorde ten laste van de
rekeningen:
a. „meerwaarde bij inbreng" en
b. „verliezen en winsten grondverkopen" en
c. „algemerie reserve".
3. Indien de reserves bedoeld in lid 2 daartoe onvoldoende zijn, vergoedt
de gemeente het ontbrekende bedrag uit de gewone middelen.
Artikel 31.
Indien na toepassing van artikel 30 positieve saldi resteren op de re-
kemngen „meerwaarde bij inbreng" en ,,verliezen en winsten grondver-
j dan worden deze saldi toegevoegd aan de algemene reserve van
het bednjf.
Artikel 32.
1. Indien na algehele uitgifte van een complex de rekening „verliezen en
winsten grondverkopen" een nadelig saldo vertoont, wordt dit saldi ge-
bracht ten laste van de algemene reserve van het bedrijf.
2. Indien de algemene reserve niet toereikend is voor toepassing van lid
i, vergoedt de gemeente uit haar gewone middelen het ontbrekende
Artikel 33.
1. Gronden, bestemd voor de aanleg van wegen en bijbehorende voorzie-
mngen en gronden, bestemd voor plantsoenen, speel- en sportterreinen
welke uitsluitend in het belang van het complex, waarin zij komen
ng£en> worden zonder verrekening met de gemeente uit het bedrijf
genomen. J
2. Gronden, bestemd voor plantsoen, speel- en sportterreinen, een en ander
met bedoeld in lid 1, worden uit het bedrijf genomen tegen een in de
Kostpnjsberekening vast te leggen vergoeding.
3. Gronden bestemd voor gemeentelijke bedrijven, gemeentelijke woning-
bouw of voor stichting van gebouwen bestemd voor de openbare dienst
worden uit het bedrijf genomen tegen vergoeding van een prijs, die bij
verkoop aan derden zou kunnen worden bedongen.
4. De handelingen, bedoeld in lid 2 en 3, worden beschouwd als verkopen
in de zin van de bepalingen van dit hoofdstuk.
