28 september 1967
177
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het grondbedrijf zich
hiermede kan verenigen.
De heer Rücker zegt dat dit agendapunt een nogal uitvoerig punt van
discussie in zijn fractie heeft uitgemaakt. Het aanvankelijke voorstel van
burgemeester en wethouders liet meerdere vragen onbeantwoord. Na de
vergadering van de commissie voor het grondbedrijf en mede naar aan-
leiding van een door betrokkenen rechtstreeks aan de raadsleden gericht
schrijven, hebben burgemeester en wethouders de raad nog een aanvullende
nota over deze zaak doen toekomen. Die aanvuilende gegevens hebben
sprekers fractie de motieven gegeven om het voorstel van burgemeester
en wethouders te steunen. Zijn fractie is n.l. tot de conclusie gekomen,
dat het voorstel een volmaakt voorlopig karakter heeft en de mogelijkheid
om alsnog in der minne tot elkaar te komen onverkort openlaat. Sprekers
fractie heeft meer dan voldoende vertrouwen in de rentmeester van het
grondbedrijf, die namens het college met betrokkenen onderhandelt, dat
niets zal worden nagelaten om tot een voor de betrokkenen redelijke en
rechtvaardige oplossing te komen. De laatste jaren zijn vele onderhande-
lingen met diverse grondeigenaren, ter afronding van bepaalde bestem-
mingsplannen, tot een goed einde gebracht en het is daarom jammer dat
in dit geval tot deze, spreker zal niet zeggen dwangmaatregei, maar dan
toch in ieder geval een voorloper van een dwangmaatregel, moet worden
overgegaan. Bij zijn fractie heerst onverkort de mening, dat, indien be-
trokkenen met de vertegenwoordiger van het college van burgemeester
en wethouders aan tafel gaan zitten en beide partijen eerlijk trachten
zonder rancuneuze gedachten of bijbedoelingen tot een redelijke en recht-
vaardige oplossing te komen, de mogelijkheid tot een vergelijk onverkort
aanwezig blijft. Niettemin meent spreker wel, dat bij gelegenheid van het
treffen van voorlopige maatregelen ter plaatse, omdat het bestemmings-
plan thans in uitvoering moet komen, door de betreffende gemeentelijke
dienst mogelijk wat onzorgvuldigheden zijn begaan, waardoor de betrok-
ken eigenaren onnodig geïrriteerd zijn geraakt. Dat is natuurlijk in een
situatie als deze altijd een kwalijke zaak. Een en ander had voorkomen
moeten worden. Spreker zou het college dan ook zeer nadrukkelijk
willen vragen de betrokken dienst zodanig te instrueren, dat, zolang deze
zaak nog niet helemaal rond is, de maatregelen die men onder de druk van
de omstandigheden nemen moet, met de nodige zorgvuldigheid en tact
zullen worden uitgevoerd. Spreker gelooft dat deze zaak dan alsnog in
goede banen zal kunnen worden geleid.
De heer Smit beschouwt dit als een zeer ernstige zaak. De heren Van
der Weiden hebben enige tientallen jaren geleden aan de gemeente grond
afgestaan. Het toen gesloten contract houdt in, dat zij naast het verkrijgen
van het recht van erfpacht 9 woningen op hun grond mogen bouwen. Nu
staat de gemeente voor het geval dat zij het terrein van de heren Van der
Weiden nodig heeft voor de bouw van 300 woningwetwoningen. Dat zien
deze mensen wel degelijk in en zij staan hier open voor. De raad moet
niet uit het oog verliezen dat twee gezinnen op dat bedrijf wonen, waarbij
een stalling is voor 60 stuks vee en dat is geen kleinigheid. Daar kan een
schadeloossteiling voor gegeven worden, maar wat zegt een bedrag van
een ton of desnoods twee ton voor een dergelijk bedrijf. Deze mensen
moeten andere woningen hebben. Nu kan men natuurlijk zeggen dat het
oude gebouwen betreft en dat er een vemieuwing van woningen uit zal
voortvloeien. Dat is een logische gang van zaken. Spreker wil er in het
bijzonder op wijzen dat deze mensen indertijd een contract hebben gesloten
met de gemeente en dat nu de gemeente min of meer een dreigende hou-
ding aanneemt om dat contract langs gerechtelijke weg/_niet te doen.Z.
Spreker houdt niet van commissies maar hij zou in dit geval toch wel
graag een commissie ingesteld willen zien, samengesteld uit alle fracties