28 september 1967
181
op het treffen van een soepele regeling. Gaat de gemeente een onteigenings-
procedure voeren dan is daar misschien 2 jaar mee gemoeid. Spreker acht
het beslist van het grootste belang om deze kwestie soepel, eerlijk en
oprecht op te lossen.
De voorzitter vindt het jammer dat de heer Smit afbreuk doet aan het
gesprokene door de heer Enschedé. Spreker wil niet nalaten de heer En-
schedé hulde te brengen voor de wijze waarop hij de zaak heeft gesteld.
Ook in een onteigeningsprocedure wordt door de onafhankelijke rechter
recht gesproken en wordt de schadevergoeding vastgesteld. Het is nu
zover gekomen dat niet langer gewacht kan worden. De heren Van der
Weiden moeten weten dat, als zij niet met een voorstel voor het vaststellen
van de schadevergoeding komen, deze vergoeding door de rechter wordt
opgelegd.
De heer Smit: „Dat is inderdaad juist. Maar deze mensen hebben van
de gemeente tientallen jaren geleden een contract gekregen dat hun ver-
trouwen gaf."
De voorzitter verzoekt er niet langer over te praten. De gemeente han-
delt in deze zoals het de gemeente is toegestaan en daarom hoeft over het
nemen van dit besluit niet langer gepraat te worden. Het blijft altijd nog
mogelijk om onderling een regeling te treffen. De heren Van der Weiden
moeten wel beseffen dat het nu ernst is en dat niet langer gewacht kan
worden.
De heer Smit: „Zij zijn er van overtuigd dat zij moeten verdwijnen, ieder-
een trouwens."
De voorzitter: ,,Mag ik aannemen dat de raad het met het voorstel van
burgemeester en wethouders eens is en u ook meneer Smit?"
De heer Smit: „Ja, mits er een billijke regeling en een goede oplossing
komt."
De heer Bomans heeft het verbaasd dat in het eerste voorstel van burge-
meester en wethouders over dat contract is gezwegen. Dit in antwoord op
het gesprokene door de heer Enschedé alsof spreker oppositie zou voeren.
Spreker heeft van dat contract nooit iets geweten en hij zou het eerlijk
hebben gevonden als burgemeester en wethouders dat eontract genoemd
hadden.
De voorzitter antwoordt dat het contract bij de stukken heeft gelegen.
Als de heer Bomans de stukken had bestudeerd had hij het contract kunnen
doornemen. Burgemeester en wethouders hebben niets verheimelijkt.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
De heer Smit vraagt aantekening dat hij geacht wil worden te hebben
tegengestemd.
De voorzitter: ,,Dat had u tevoren moeten doen."
XV. VERWERVING GROND TEN BEHOEVE VAN DE AANLEG
VAN DE PARALLELWEG LANGS DE CRUQUIUSWEG
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
111. Verwerving grond ten behoeve van de aanleg van de parallelweg
langs de Cruquiusweg
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor het grondbedrijf zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.