30 november 1967 207 deze materie indertijd nog even is aangehouden. Spreker deelt diens me- ning niet geheel dat het teleurstellend is dat 3 groepen bedrijven niet op maandagmorgen sluiten. Spreker begrijpt de teleurstelling wel dat niet alle winkels op dezelfde dag gesloten zijn, maar hij vindt het standpunt van burgemeester en wethouders om deze sluiting zoveel mogelijk te re- gelen in overeenstemming met de wensen van de meerderheid van de be- trokken groepen winkeliers, juist. Spreker gelooft dat het meer een kwes- tie van overreding van deze groepen winkeliers is dan een kwestie van van bovenaf opieggen. Spreker heeft begrip voor de bezwaren van de sigaren- en de bloemenhandel. Hij begrijpt echter nog steeds niet de be- zwaren van de boekhandel tegen sluiting op maandagmorgen. Misschien dat deze groep nog wel eens overreed kan worden om op maandag te sluiten want het door die groep aangevoerde argument, dat als men op maandagmorgen sluit men niet bij andere winkeliers kan kopen, vindt spreker geen argument. De winkeliers moeten op een gegeven moment de uniformiteit in de winkelsluiting in de hand werken. Spreker heeft er begrip voor dat de sigarenwinkeliers belang hebben bij verkoop op maan- dagmorgen omdat dan veel mensen gebrek hebben aan rookartikelen en bovendien de verkoop van sportkranten hun extra winst oplevert. Spreker meent dat het college in de augustusvergadering een beetje ongelukkig was over het feit dat de raad de toen voorgestelde verordening wenste aan te houden. De voorzitter heeft toen, namens het college, gezegd, dat het coilege, naar aanleiding van het advies van de commissie voor de straf- verordeningen ,,genoodzaakt" was het punt aan te houden. Spreker zou nog wel graag van het college willen horen dat het, achteraf bekeken, blij is dat door een klein uitstel deze aanvulling tot stand is kunnen komen. De heer de Kuiter deelt in de vreugde van de vorige sprekers over de totstandkoming van een meer uniforme winkelsluitingsverordening. Spre- ker vraagt wat de consequentie van deze verordening is voor het soort bedrijven dat zich supermarkt pleegt te noemen en waarin beide bran- ches vallende zowel onder de maandagmorgensluiting als de dinsdagmid- dagsluiting zijn vertegenwoordigd. Wordt voor dit soort bedrijven, dank- zij deze formulering, een uitzondering gemaakt of valt het er volledig onder. Indien het er volledig onder valt heeft spreker vrede met deze verordening. Indien niet, dan zou hij graag een zodanige wijziging in de redactie willen voorstellen of het college verzoeken die wijziging voor te stellen, waardoor het geheie winkelbedrijf onder deze verordening komt te vallen. De voorzitter antwoordt dat ook burgemeester en wethouders het liefst hadden gezien dat alle bedrijven op dezelfde dag zouden sluiten. Dat is niet mogelijk gebleken. De taktiek van burgemeester en wethouders is tot nu toe altijd geweest om ook rekening te houden met de wensen die in een bepaalde bedrijfsgroep leven. Burgemeester en wethouders zijn daar nog nooit tegenin gegaan. De uniformiteit is iets nader gekomen door de aan- houding van dit punt in de augustusvergadering als gevolg van het ad- vies van de commissie voor de strafverordeningen. Spreker heeft al in de commissie voor de strafverordeningen gezegd, dat het niet sluiten op de maandag door de boekhandel voornamelijk zijn oorzaak vindt in het feit dat de boekhandel op die dag sportbladen verkoopt. Dat is wel een goede reden om 's maandags open te zijn. In antwoord op de vraag van de heer de Ruiter zegt spreker, dat het college van mening is dat supermarkten onder de werking van de verorde- ning vallen. Natuurlijk is het mogelijk dat een weg gevonden wordt waar- door zij er niet onder zouden vallen. Mocht dit echter bijken, dan zal de verordening gewijzigd moeten worden. Spreker gelooft dat deze verorde-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 7