14 december 1967
234
van principiële landspolitieke tegenstellingen welke in de praktijk toch
wel bekend verondersteld mogen worden vermijd ik gaarne. Het belang
van de gemeente een krachtig bestuur wordt er niet mee gediend
wanneer de leden van de besturende pioeg elkaar onnodig bestrijden op
punten, welke meer in niet-regerende politieke lichamen thuishoren.
Niettemin dwingt het alom te lezen streven naar partijvernieuwing er mij
toe, iets van mijn fractie te laten horen over ons standpunt in deze. Mijn
fractie verheugt zich over de recente toeneming van de politieke belang-
stelling welke in het bijzonder onder groepen jongeren valt te constateren.
Deze vergrote belangstelling van een groep, welke nog niet veel bestuurs-
ervaring heeft, brengt met zich mee, dat er tegen de oude constructie van
het politieke huis wordt geschopt. Waar dat huis hecht blijkt, blijft het
staan, maar als onder de verf het hout verrot is, dan komt het natuurlijk
verschil tussen oud en jong sterk naar voren. De oude zegt: „wees voor-
zichtig, blijf er af, je maakt m'n mooie huis kapot", en de jongere ant-
woordt met een niet te bedwingen lust tot verder krabben: ,,het is al verrot
en wilt U iets redden van Uw huis voor het instort als de storm opsteekt,
prik dan in alle mooie en lelijke verflagen, ontdek wat hecht en wat rot
is en sloop de rotte rommel weg en vervang het door nieuw sterk hout".
Wij weten dat deze situatie van nature ontstaat en wel het scherpst
naar voren komt waar de regelmatige controle en het regelmatige onder-
houd achterwege is gebleven door gebrek aan verstandige, deskundige,
eerlijke belangstelling. Wanneer men z'n oordeel over de landsregering wil
vellen en uitdragen, doet men er, dacht ik, verstandig aan eerst eens
belangrijk minder spectaculair bij het plaatselijk bestuur ervaring op te
doen. Daar valt te leren, dat vele zaken in de politiek twee kanten hebben,
en dan vaak met helaas aan elke kant iets lelijks. Het is veel gemakkelij-
ker te oordelen over de oplossing van rassenproblemen in een ver land, dan
over bijv. het probleem van de rechtvaardige woonruimteverdeling in de
eigen omgeving. Meer belangstelling voor de praktische gemeentepolitiek,
ook niet bij de jongeren, heeft mijn fractie in Heemstede nog niet kunnen
constateren. Dit betreurt zij, omdat dit een aanwijzing is, dat de vernieu-
wing niet op een zö stevig fundament gebouwd wordt, als mogelijk en wen-
selijk zou zijn voor de landspolitiek. De heroriëntering, het streven naar
partijvernieuwing juicht mijn fractie toe; het rotte hout moet vervangen
worden, en als het te ver heen is, moet het oude huis afgebroken en een
nieuw huis gebouwd worden!
Mijn groepering weigert eens en voor altijd te kiezen tussen socialisme
en liberalisme. De historie leert haar dat dergelijke ideologieën steeds weer
te ver gaan in hun reactie op hetgeen die ideologie verwerpt of bestrijdt.
Mijn fractie acht het beginsel der gerechtigheid, de christelijke gerechtig-
heid, zoals deze met het Evangelie verkondigd wordt, de basis waarop zij
haar beslissingen grondt. Zij meent op deze wijze de belangen der gemeente
en die der individuele burgers het beste te dienen. Voor een onderscheid
tussen radicale- en niet-radicale Christenen ziet zijn fractie geen enkele
grond. In wezen is elke Christen radicaal. Het Evangelie kent geen toleran-
tie in de mate van Christen-zijn. Er zijn geen soorten Christenen. Mijn
Partij heeft daarom in beginsel geen behoefte aan zich onderscheidende
Christen-radicalen, hoewel zij waardering heeft voor veel van hun streven,
dat echter ook binnen de bestaande organisaties tot zijn recht kan komen.
Nu kom ik snel terug op ons onderwerp van deze avond, de begroting.
Mijn fraetie heeft ook dit jaar weer waardering voor de vorm waarin en het
tijdstip waarop dit werkstuk is gereedgekomen. Daarvoor spreekt zij gaar-
ne haar erkentelijkheid uit, in het bijzonder jegens al diegenen die hieraan
naar hun beste vermogen hebben medegewerkt. Zij stelt het op prijs, dat
het college in de memorie van antwoord, voor het volgend jaar het thans
ontbrekende overzicht van de voomaamste verschillen tussen de nieuwe en
°ude begroting heeft toegezegd. In vorige algemene beschouwingen heb ik