14 december 1967
240
meent dat zonder hun stem, die in de verkeerscommissie zou kunnen klin-
ken, betere resultaten worden bereikt. Het verkeer is in Nederland een
delicaat onderwerp van gesprek geworden. Dit zou veranderen indien ieder-
een toegaf, dat de vijand machtig is en niet verslagen! Hij zou beter be-
streden worden!
Alvorens te besluiten wil ik graag uitspreken hoezeer velen met ons het
op prijs stellen in Heemstede te wonen zonder luchtvervuiling, genietend
van de plantsoenen, welke elk jaar weer met zoveel zorg en toewijding
worden verzorgd. Mijn fractie heeft waardering voor het werk, dat door
de ambtenaren wordt verricht in het belang van onze gemeente en haar
burgerij. Het is een fascinerende taak om in een dynamische tijd als deze,
mede te werken aan het bestuur van een gemeente als deze. Er zijn veel
problemen op te lossen, sommige langs lijnen welke door de traditie of
de historie worden bepaald, andere waarvoor creatief, scheppend volstrekt
nieuwe oplossingen moeten worden bedacht. Een aantal facetten heb ik
belicht; op enige terloops aangeroerde punten hoopt mijn fractie morgen
meer in details in te kunnen gaan. Zij zouden ons thans te ver voeren.
In het belang van onze gemeente zal mijn fractie in 1968 haar bijdrage
blijven leveren om in goede samenwerking de problemen op te lossen,
waar de raad voor gesteld wordt."
De heer Verkouw zegt: ,,Mijnheer de Voorzitter. Bij het houden van de
algemene beschouwingen als inleiding van de behandeling van de begroting
1968 hebben de heren Rutgers en Verkouw een bescheiden poging gedaan de
achtergronden van de uitslagen van de in dat jaar gehouden verkiezingen te
analyseren en door te lichten.
En laat nu uitgerekend de heer Rutgers in zijn lOe algemene beschou-
wing de politieke zaak achterwege laten. Hij heeft deze willen uitstellen tot
het dessert, maar hij heeft zich overeten aan de hors-d'oeuvre en de hoofd-
maaltijd, zodat hij er niet meer aan toekwam. De heer Enschedé heeft dit
blijkbaar aangevoeld en daarom de plaats van de heer Rutgers ingenomen.
Toch nog even terugkomend op de algemene beschouwingen van het vorig
jaar wil ik opmerken, dat het voor de hand lag dat de aanpak van de
materie van de heren Rutgers en Verbouw niet dezelfde was, evenmin als
de conclusie waartoe zij kwamen. Toch was er in beider geluid een bepaalde
eenstemmigheid, in zoverre zij constateerden, dat in doorsnee alleen de
fractievoorzitters van de V.V.D. en van de P.v.d.A. niet schromen om tijdens
de algemene beschouwingen het politieke terrein te betreden. Die eenstem-
migheid was er ook waar zij poneerden, dat een duidelijke opstelling en
positiebepaling van de confessionele partijen een wezenlijke bijdrage kan
leveren aan het realiseren van zuiverder politieke verhoudingen in Neder-
land.
Dat zij er, wat dit laatste punt betreft, niet zo ver naast zaten, is in de
loop van dit jaar, en meer in het bijzonder in de laatste maanden daarvan,
zonneklaar gebleken. Het gaat niet aan om alles wat op dit terrein gepas-
seerd is nog eens breed uit te meten. Maar in dit verband kan toch moeilijk
voorbijgegaan worden aan het optreden van de Christen-radicalen uit de
confessionele partijen. Dit optreden is een bewijs dat men niet meer wil
sleutelen aan de oude programma's, maar een radicalisering voorstaat,
waarvan het nauwelijks te verwachten is, dat zij, ondanks de verklaring
van het tegendeel, zich binen de oude partijformatie zal kunnen voltrekken.
De doorbraak, zo vaak dood verklaard, openbaart zich thans in de chris-
telijke partijen van binnenuit.
Het zou intussen van weinig werkelijkheidszin getuigen als niet tevens
werd gesignaleerd, dat de drang tot politieke vernieuwing en klaarheid
zeker niet aan de P.v.d.A. is voorbijgegaan. Op het eind november ge-
houden congres van deze partij hebben vele jongeren de kans gekregen om
in het hoofdbestuur hun soms wel bijzonder radicale ideeën te toetsen aan