241
14 december 1967
de practische uitvoerbaarheid, en is bovendien in de discussie duidelijk
naar voren gekomen hoe in één pluriforme partij volstrekt tegengestelde
denkbeelden op bepaalde punten, op waardige democratische wijze verde-
digd kunnen worden. Aile grote partijen zijn op drift en niemand kan voor-
spellen hoe de politieke kaart van Nederland er in de nabije toekomst zai
uitzien. Wanneer het aan de gang zijnde gistingsproces waaraan geen
partij ontkomt nu maar tot gevolg heeft, dat de politieke scheidslijnen
zich duidelijker zullen gaan aftekenen, dan zal de kiezer daarmee alleen
maar gebaat zijn.
In Heemstede en daarmede hebben we vanavond en morgen in de
eerste plaats te maken hebben geen tussentijdse verkiezingen plaats
gevonden en is geen nieuw kabinet opgetreden. Toch zijn ook de Heem-
steedse raadsleden bij hetgeen zich landelijk afspeelt betrokken en zullen ze
daarvan de invloed ondergaan. Dit zal ongetwijfeld zijn repercussies hebben
op de gemeentepolitiek. Of dit een ruk naar „links" of naar „rechts" zal
betekenen, laat zich ook in dit geval nog moeilijk voorspellen. Daarvoor
is alles nog te veel in beweging.
Alvorens mijn betoog nu meer op de begroting voor 1968 van Heemstede
toe te spitsen nog een enkele opmerking van meer aigemene aard.
De Minister van Binnenlandse Zaken heeft thans het eerste deel van
een voorlopig ontwerp voor de herziene gemeentewet aan de openbaarheid
prijs gegeven. Hoewei het hier nog maar om twee van de zeven titels gaat,
die het geheie ontwerp zal bevatten, en het dus nog wel enige tijd zal
duren voordat het hele voorontwerp gereed is, kan ik de verleiding niet
weerstaan enkele bijzonderheden uit het eerste deei te lichten.
1. De raad kan, indien dit naar zijn oordeel gewenst is, aan het aantal
leden enige uitbreiding geven.
2. Het collegiale karakter van de wethoudersfunctie blijft gehandhaafd.
Elke beslissing komt voor verantwoordelijkheid van het gehele college
en geen wethouder kan zijn ambtgenoten het recht ontzeggen zich met
de hem speciaal regarderende zaken in te laten.
Dit coiiegiale karakter komt m.i. het best tot zijn recht, indien ieder
lid van het college de zaken, die hem meer in het bijzonder aangaan
met de nodige nauwgezetheid behandelt en verder zijn collegae zo goed
mogelijk informeert. Wanneer de beraadslagingen dan ook nog in col-
legiale geest worden gevoerd, dan is dunkt mij aan de belangrijkste
voorwaarden voldaan om een coiiectieve verantwoordelijkheid voor ge-
nomen beslissingen te dragen.
3. De raad krijgt de vrijheid om in gemeenten met 3.000 tot 30.000 inwo-
ners het aantal wethouders op te stellen van het aantal raadsleden
waaruit de raad tenminste moet bestaan. Dat zouden er voor Heemstede
dus 5 kunnen worden. Dus niet aileen hoger salaris meneer Rutgers
maar ook nog meer wethouders.
4. De benoeming van de burgemeester door de Kroon op aanbeveling van
de Commissaris der Koningin wordt gehandhaafd. Elke institutionele
vorm van inspraak van de raad bij de benoeming van de burgemeester
wordt afgewezen.
De huidige Minister van Binnenlandse Zaken heeft zich, wat dit laatste
Punt betreft, van het voorontwerp, dat van zijn voorganger stamt, gedis-
tancieerd. Kennelijk herinnert hij zich de procedure, die bij de benoeming
van Amsterdam's nieuwe burgemeester is gevolgd. Daar heeft de procedure
blijkbaar bevredigend gewerkt, in tegensteiiing met Maastricht, waar de
raad zich minder tevreden toonde.
Naar aanleiding van het Maastrichtse gevai heeft de Minister nog eens
duidelijk te kennen gegeven, dat hij waarde hecht aan inspraak van de
raad bij burgemeestersbenoemingen.