223 14 december 1967
149 Begrotingen 1968.
Hierbij behoren het algemeen verslag van het in de afdelingen van de
raad verhandelde met de memorie van antwoord daarop van burgemeester
en wethouders, alsmede de adviezen van de raadscommissiën.
De voorzitter geeft gelegenheid tot het houden van algemene beschou-
wingen.
De heer Willemse zegt: ,,Mijnheer de Voorzitter. Gaarne wil ik van de
mij geboden gelegenheid gebruik maken om aan de hand van de vöör ons
liggende begroting enige algemene opmerkingen te maken. Wanneer wij în
deze tijd van behandeling van gemeentebegrotingen, in de pers lezen met
welke grote tekorten andere gemeenten moeten werken, dan stemt het tot
voldoening dat de begroting van onze gemeente ook dit jaar weer sluitenu
is zij het dan dat een zekere soberheid dient te worden betracht, omdat het
college van oordeel is dat de ruimte in deze begroting niet toelaat om kapi-
taalswerken van minder dan f 10.000,in één jaar ten laste van de ge-
wone dienst af te schrijven, doch dat dit beperkt moet blijven tot kapitaals-
uitgaven van minder dan f 5000,
In de nota van aanbieding heeft het college een aantal kapitaalsobjecten
genoemd waarvoor in de begroting voor rente- en afschrijvingslasten ruim-
te beschikbaar is. Over deze kapitaalsuitgaven en de hierop betrekking
hebbende passages in de memorie van antwoord van burgemeester en wet-
houders op het afdelingsverslag heeft mijn fractie zich langdurig beraden.
Het heeft haar verheugd dat het college is ingegaan op de m de afdelingen
geuite wens om een prioriteitenschema op te maken. De uitbreiding van
het raadhuis wordt daarin op de vijfde plaats van het uit zeven posten
bestaande rijtje kapitaalsuitgaven vermeld. Mijn fractie heeft begrepen dat
het college mêt de raad van mening is dat niet het gehele verlanglijstje m
het jaar 1968 tot uitvoering zal kunnen komen, zodat, als de raad de voor-
gestelde dekkingsmiddelen toestaat, de rekening over het jaar 1968 een
aanzienlijk overschot zal vertonen, welk overschot aan de reserve zal toe-
vloeien waaruit in de toekomst dan weer nieuwe dekkingsmogelijkheden
ontstaan. ,.f
Daarnaast heeft mijn fractie overwogen dat, blijkens de troonrede van dit
iaar de regering hoopt, door een samenstel van maatregelen, binnen al-
zienbare tijd een belangrijke verbetering te verkrijgen van de fmanciele
positie van de gemeenten, o.m. door een verruiming van het gemeentelijk
belastinggebiedInmiddels is bekend geworden, dat de minister van finan-
ciën de gemeenten per 1 januari 1969 de mogelijkheid wil geven belasting te
heffen op onroerend goed, zowel bij de eigenaren als bij de gebruikers.
In dit licht bezien heeft mijn fractie zich afgevraagd of de mvoerin-
van een verhoging van de straatbelasting nú reeds noodzakelijk moet wor-
den geacht, temeer omdat nu nog niet bekend is of bij de meuwe wet de-
zelfde categorie van belastingplichtigen wordt belast welke nude verhoogde
straatbelasting moet opbrengen. Mijn fractie is zich daarbij wel bewust
van het feit dat door de opbrengst van de straatbelasting de kosten van
diensten die aanwijsbaar door de gemeente worden verleend met worden
gedekt Zij acht dit echter geen doorslaggevend argument omdat een ge
meente nooit de kosten van alle diensten, die door haar ten bchoeve van
haar ingezetenen worden verleend, per categorie kan bepalen; de kosten
van het totaal van de verleende diensten moeten gedekt zijn door het totaai
van de inkomsten. Waarom mijn fractie uitemdelijk toch met de voorge
stelde verhoging van de straatbelasting akkoord kan gaan wil îk straKS
"^irkTer'nu^terug tot het door het college opgestelde prioriteitenscherna.
Mijn fractie had er geen moeite mee direct vast te stellen, dat als ultg
voor kapitaalbeslag de nummers 1 tot en met 4 en de nummers 6 en