271 14 december 1967 het bijzonder onderwijs zeer tevreden over de wijze waarop het daar gaat. Het is waar dat het bijzonder onderwijs er geld aan overhoudt. Spreker kan echt wel begrijpen dat de wethouder daar bezwaar tegen heeft. Ook spreker heeft daar eigenlijk wel bezwaar tegen. Hij vindt het dan ook jammer dat de gemeente zo duur werkt. Hij zou willen voor- stellen deze zaak zö te regelen dat de gemeente net zo goedkoop werkt als het bijzonder onderwijs. Spreker voelt wel dat de wethouder bezig is een voorstel te ontwerpen dat al aardig in die richting gaat. Spreker is juist door oudercommissies betrokken bij het openbaar onderwijs, be- stookt met brieven om hem toch maar vooral duidelijk te maken dat de helpsters zo goed en onmisbaar zijn. Als de wethouder zegt dat de inspectrice van het kleuteronderwijs van mening is dat dit niet zo is, dan zit spreker daarmee een beetje in moeilijkheden. Hij wil dan alleen tot uitdrukking brengen dat daar dus verschil van mening over bestaat. Wethouder Corver: „Die zullen het niet zo goed weten denk ik." De heer Enschedé kan zich voorstellen dat een inspectrice, wier inspectie heel Noord-Holland omvat, van degene die het het beste voor elkaar heeft zegt: „nou dat is wel erg mooi." De raad zal niet verwonderd zijn dat wat de heer Van Wijk heeft ge- antwoord, sprekers fractie wel aanspreekt. Wat de bejaardenzorg betreft betrekt mevr. Van der Meulen van wat spreker daarover heeft gezegd, teveel op de toestand van nu. Spreker gelooft echter dat die toestand in de toekomst in ongunstige zin zai ver- anderen. Het is daarom dat spreker heeft gevraagd nu eens te be- studeren hoe dat in de toekomst zal lopen. Spreker gelooft niet dat men kan zeggen dat de bejaardenhelpsters in alle delen van het land evenveel verdienen. Op het ogenblik zal dit wel het geval zijn, dat neemt spreker wel aan, maar de praktijk zal ongetwijfeld zijn dat er differentiatie in de lonen komt waardoor de lonen in het westen hoger zullen worden dan in het oosten van het land. Als men het loonniveau verplicht gelijk houdt betekent dat, dat in de bejaardentehuizen in Heemstede niet voldoende hulp zal kunnen worden verkregen voor dat loon, omdat de meisjes door- dat de industrie hogere lonen betaalt, zullen worden weggezogen. Spreker vraagt wat zwaarder weegt, de bejaarde zonder voldoende hulp hier of de bejaarde uit zijn vertrouwde omgeving gehaald en dat provincies-ver, zoals de heer Willemse zegt. Spreker denkt dat over 10 20 jaar die afstanden helemaal niets zullen worden gevonden. De tijd zal het leren. Spreker dacht dat dit een punt was waarin men wel eens mis kon tasten. Met betrekking tot de bejaardenzorg heeft spreker er op gewezen dat zich daarbij het gevaar voordoet dat de spaarzin wordt aangetast. Mevr. Van der Meulen stelt dat, zoals het nu is, een medische of sociale indicatie nodig is om in een bejaardentehuis geplaatst te kunnen worden. Spreker weet dat en hij gelooft dan ook niet dat de situatie thans zo emstig is. Hij dacht alleen, dat in de bestaande regeling de geschetste ge- vaarlijke tendens kon zitten de mensen beginnen er in die geest over te praten die niet onderschat moet worden. Spreker is het eens met mevr. Van der Meulen dat het goed is dat aller- lei activiteiten worden ontwikkeld die er aan medewerken dat de ouderen in staat worden gesteld zolang mogelijk zelfstandig te kunnen blijven wonen. Als de heer Verhoeven zegt dat de gemeente verlies lijdt op de levering van electriciteit in de spitsuren, vraagt spreker zich af waarom er dan niet meer reclame wordt gemaakt voor het nachtstroomtarief en het ge- bruik van klokken voor het in- en uitschakelen van electrische stroom bij het gebruiken van electrische apparaten die veel stroom gebruiken. De heer Verhoeven heeft gezegd dat de mensen bij de bedrijven hard werken. Dat neemt spreker graag aan. Hij wil alleen de nadruk leggen op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 50