I
M
294
15 december 1967
verbazingwekkende gevolg geleid, dat appellant blij de kamer van het
college verliet en het college verzocht zijn beroepschrift als ingetrokken
te beschouwen. Hieruit blijkt weer eens dat persoonlijk contact veel kan
ophelderen. Zijn laatste woorden waren: „hê, wat is mij dat meegevallen.
Ik dacht dat een gemeentebestuur veel deftiger was." Uit dit voorval
blijkt dat het goed is dat, als er beroep bij de raad wordt ingesteld, het
college van burgemeester en wethouders eerst de betrokkene hoort en
daarna pas een preadvies aan de raad uitbrengt.
De heer Butgers is met het gehoorde erg tevreden. Men zal wel begre-
pen hebben dat spreker er helemaal niet op staat dat een commissie voor
de beroepschriften wordt ingesteld. Hij heeft zijn vraag tevoren aange-
kondigd om te zien wat er bij de begrotingsbehandeling zou uitkomen. Hij
is dan ook heel tevreden dat behalve de K.V.P. ook de andere fracties
het in principe toch wel met zijn zienswijze eens zijn. Spreker heeft er be-
grip voor dat zij, omdat er slechts weinig beroepschriften worden ingediend,
deze zaak nog even wilien aanzien. Het is helemaal geen stokpaardje van
spreker. Hij is eigenlijk dit jaar voor het eerst op dit idee gekomen. Men
spreekt van stokpaardjes als men vele malen zonder uitzicht op succes
op een zaak terugkomt. In het algemeen wil spreker waarschuwen tegen
de instelling van een raadslid, dat, als een lid van de raad aan een be-
paald punt vasthoudt, dit al gauw een stokpaardje te noemen. Wanneer
men oprecht meent dat iets goed is en van belang is, is de kwalificatie
dat een stokpaardje wordt bereden niet op zijn plaats. Het ging niet over
het verlenen van 50 subsidie aan een bepaalde vereniging.
De heer Bomans: „Ik ben erg blij dat de stok van het stokpaardje is
doorgébroken."
Punt 12
Mevr. Gaasterland zegt in de laatste vergadering een pleidooi te hebben
gehouden voor toetreding van de gemeente tot de Raad van Europese ge-
meenten. De voorzitter heeft haar toen gevraagd dit punt in deze verga-
dering ter sprake te brengen. Burgemeester en wethouders hebben blijkens
hun antwoord de toetreding tot de Raad van Europese gemeenten zonder
meer afgewezen. Spreekster heeft de vorige keer gezegd dat het haar
interesseerde hoe de andere raadsleden over deze zaak denken. De toe-
treding tot de Raad van Europese gemeenten zal de gemeente 250 kosten.
Er is nog een alternatief door sympathiserend lid te worden. Als alle raads-
leden hierover gaan spreken zal dit misschien te veel tijd vergen. Spreekster
verzoekt de voorzitter over de toetreding van de gemeente als lid van de
Raad van Europese gemeenten te laten stemmen.
Mevr. Cohen wil graag het standpunt van haar fractie uiteenzetten om-
dat het in wezen niet over het bedrag gaat maar over het principe. Zij
vindt het een moeilijke zaak. Haar fractie is de Raad van Europese ge-
meenten zeker toegedaan maar bij het bepalen van haar standpunt heeft
de vraag meegespeeld of het hier niet een kwestie betreft van overorga-
nisatie. Enerzijds is er al de Europese Beweging en anderzijds de Ver-
eniging van Nederlandse Gemeenten die ook internationaal georganiseerd
is. Moet de Raad van Europese Gemeenten er nu ook nog bij Er komt
zodoende ongetwijfeld een teveel aan congressen en vergaderingen. Het
wordt langzamerhand een beetje een kanker van de maatschappij dat er
te veel en te langdurig vergaderd wordt en dat men altijd maar naar congressen
gaat ook als het niet strikt noodzakelijk is. Moet dat nu wel? Spreekster
heeft enige tijdschriften gelezen die door de Raad vein Europese Gemeenten
worden uitgegeven. Zij vindt het wel een sympathieke gedachte van die
raad dat hierin een poging wordt gedaan om via de gemeenten de be-
volking meer bij het Europa van de instellingen, dat te technisch is om