15 december 1967 295 populair te zijn, te betrekken. Het belangrijkste middel daartoe zijn na- tuurlijk de jumelages. Haar fractie heeft zich afgevraagd of, als de ge- meente hier haar sympathie aan geeft, daarmee niet min of meer wordt te kennen gegeven dat zij ook erg voelt voor de jumelages en of het, nu Europa in een crisissfeer verkeert, wel mogelijk is de mensen tot enig enthousiasme voor deze zaak te brengen. Dat heeft bij haar fractie de doorslag gegeven. Spreekster zou deze zaak vooralsnog willen aanzien. Voorlopig staat haar fractie achter het standpunt van burgemeester en wethouders. De heer Willemse kan in grote lijnen de gedachtengang van mevr. Cohen volgen. Natuurlijk zit er wel een sympathieke kant aan deze zaak. Zijn fractie is het met de zienswijze van het college eens dat het nu nog niet de tijd is dat de gemeente zich bij de Raad van Europese gemeenten aansluit. De heer Rutgers: „Wij sluiten ons bij de mening van mevr. Cohen en de heer Willemse aan." De voorzitter zegt dat mevr. Gaasterland nu de mening van de fracties kent. Ook spreker gelooft dat de tijd voor aansluiting bij de Raad van Europese gemeenten nog niet dââr is. Mevr. Cohen heeft in dit verband het woord overorganisatie gebruikt en dat is eigenlijk juist. De Vereniging van Nederlandse gemeenten is ook internationaal werkzaam in de Union International des villes welke elk jaar een congres organiseert in een van de europese steden. Daarnaast is de Raad van Europese gemeenten ontstaan. In het begin zijn er met de Vereniging van Nederlandse ge- meenten moeilijkheden geweest maar die zijn nu opgelost. Het goede van de Raad van Europese gemeenten is, dat hij streeft naar het levend maken van de gedachte van een verenigd Europa onder de bevolking en dat het er niet meer alleen om gaat dat bepaalde gemeentelijke func- tionarissen in het buitenland een congres bezoeken. Dat is iets waar iedereen zich voor in moet zetten. Het gaat er maar om in hoeverre. Men moet ook nooit tever willen schieten als de tijd daarvoor nog niet rijp is. Mevr. Gaasterland heeft in de vorige vergadering gezegd dat het burge- meester en wethouders in deze aan visie ontbrak. Spreker gelooft dat dit niet het gevai is. Het college beseft wel degelijk dat men op weg is naar een verenigd Europa. De mening van mevr. Gaasterland dat Nederland zal uitgroeien tot een Rijnprovincie, zoals zij in de vorige vergadering heeft gezegd, vindt spreker wel een beetje heel ver gaan. Spreker hoopt dat Nederland geen provincie zal worden van een verenigd Europa en dat ons land de rol die het al eeuwen in Europa vervult ook zal kunnen blijven vervullen in een verenigd Europa. Dat de landen van Europa in de toe- komst moeten samengaan, is vanzelfsprekend. Spreker zou eigenlijk het college willen laten nagaan wat in deze, ter ondersteuning van de gehele europese beweging kan worden gedaan, zonder daarbij als lid van de Raad van Europese gemeenten toe te treden. Mevr. Gaasteriand constateert dat de voorzitter voor deze zaak toch wel interesse heeft en dat hij toegeeft dat wij in een tijd van een machtige ontwikkeling leven. Dat hoeft helemaal niet gepreciseerd te worden in allerlei activiteiten. Juist de documentatie die de Raad van Europese ge- meenten uitgeeft geeft zo bijzonder goed de gelegenheid de gang van zaken op dit gebied bij te houden. Spreekster zal zich bij de mening van de meerderheid van de raad moeten neerleggen. Punt 13 Wethouder Corver wil vooraf opmerken dat het coliege nader is gebleken dat het antwoord op deze vraag niet helemaal juist is. In art. 246 van de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 19