304
15 december 1967
werkelijk helemaal naar boven zou willen halen zal er een volkomen nieuwe
opzet van alle onderdelen van de sport moeten komen en dan zou er uit
de bus komen dat R.C.H. en allerlei andere verenigingen op een heel be-
paalde manier met subsidies zouden moeten gaan werken. Spreker advi-
seert alles nu maar zo te laten met de wetenschap, dat een aantal ver-
enigingen die de tennissport beoefenen, op indirecte wijze met een be-
trekkelijk klein bedrag worden gesubsidiëerd, een subsidiëring die dan
verantwoord wordt geacht.
Wethouder mevr. Van der Meulen vindt in de woorden van de heer Ver-
kouw een zekere ondersteuning van haar standpunt dat men de verschil-
lende sporten niet op een verschillende manier moet behandelen. Zoals
de heer Verkouw het stelt zou men deze zaak financieel helemaal anders
moeten gaan bekijken. Als de exploitatie van alle sportcomplexen rond
moet zijn dan moeten de verenigingen zodanig worden gesubsidieerd dat zij
t°ch haar sport kunnen blijven beoefenen. Dat is dan een andere wijze.
Spreekster kan daar best op een gegeven moment wel eens mee akkoord
gaan. Zij blijft er tegen protesteren dat de tennissport anders moet worden
bekeken dan alle andere sporten.
De heer Enschedé vraagt in hoever de wethouder gaat in haar gelijk-
stelling van alle sporten. Gaan het paardrijden, cricketten, autorennen,
wielrennen, vissen en allerlei andere sporten die maar bedacht kunnen
worden er ook bij horen?Ergens zal zij een lijn moeten trekken. Sprekers
fractie voelt er daarom veel meer voor om te zeggen: in het kader van
de volksgezondheid moet worden gezorgd dat in elk geval tenminste één
gezonde sport door iedereen kan worden beoefend. Wat er maar mogelijk
is, is meegenomen. Immers als men wat meer verdient mag men ook meer
keus hebben voor de sportbeoefening. Dit houdt in dat één sport, en daar
is de voetbalsport een goed voorbeeld voor, een tekort mag opleveren.
De overige sporten moeten zich in beginsel zelf bedruipen.
De voorzitter: ,,Mevr. van der Meulen denkt aan het oprichten van een
golfclub in Heemstede."
Wethouder mevr. Van der Meulen: „En dat we die dan sterk gaan
subsi diëren."
De voorzitter: „Dit interessante debat zal het college wel te denken
geven."
Punt 19
Mevr. Vriesendonp zegt dat burgemeester en wethouders in hun ant-
woord stellen dat het terrein aan de Vrijheidsdreef minder geschikt is voor
het aanleggen van een open ijsbaan en dat een andere oplossing zou kun-
nen worden verkregen door het terrein tot omstreeks een meter -N.A.P.
af te graven zodat een poldertje ontstaat. Haar fractie zou er echter
helemaal niet tegen zijn naast de Lelievijver ter plaatse een behoorlijke
open vijver te hebben. Burgemeester en wethouders zeggen daarvan dat
de kosten zo hoog zijn. Spreekster vraagt of de uitkomende grond niet
kan worden gebruikt voor het ophogen van de terreinen in de diverse
bestemmingsplannen. Zand is n.l. bijzonder duur.
De voorzitter: ,,U hebt zeker al een steekproef genomen dat u zegt dat
daar zand aanwezig is."
Mevr. Vriesendorp: „Dat zou ik hierbij willen vragen, want daar wordt
in het gegeven antwoord niet over gesproken."
De heer de Ruiter zegt dat zijn fraetie wel enige zorg heeft over de
opmerking van burgemeester en wethouders dat er onderhandelingen
gaande zijn over een bepaald terrein, waarvan zijn fractie maar het idee