15 december 1967
307
Wat de Geleerdenwijk betreft heeft de heer Rutgers in zijn algemene
beschouwing al opgemerkt, dat hij het een gelukkig en zinvol besluit van
3n}elt burgemeester en wethouders vond om het aanvankelijk gemaakte bestem-
mingsplan terug te nemen. Ook spreker gelooft dat het in die omstan-
digheden de meest voor de hand liggende oplossing was. De wethouder
heeft gisteren verteld, dat dit plan thans in een zodanig voorbereidend
ln îet stadium verkeert dat binnenkort mag worden gerekend op het voorleggen
van een bepaalde conceptie. Nu is sprekers ervaring dat hij met de wet-
n°uw" iiouder wel eens een keer moeilijkheden heeft over de interpretatie van
k tijdslimieten. Daarom vraagt spreker of de wethouder zich nader kan
verklaren over de tijdsduur die redelijkerwijze nodig zal zijn om de con-
ceptie, door spreker bedoeld, voor te leggen.
ou?tl Met betrekking tot het bestemmingsplan Haven maakt spreker dezelfde
j I opmerking als hij ten aanzien van het plan Geleerdenwijk heeft gedaan,
T?ems alhoewel veel nadrukkelijker. Het wordt z.i. thans meer dan tijd dat dit
plan nu eens wordt afgerond en dat op de kortst mogelijke termijn
ee I concrete voorstellen worden ingediend.
sbaan f
:n van1 De heer Hupkes merkt op dat het wijzigen van bestemmingsplannen een
kostbare kwestie is welke tevens veel tijd vergt. Het lijkt spreker daarom
j juist dat de commissies voor openbare werken en van volkshuisvesting
in een vroeger stadium in de besprekingen over die plannen worden
iverse' betrokken als te doen gebruikelijk is. Spreker gelooft dat daar zowel
;r zal kosten ais tijd mee gespaard zullen kunnen worden. Hij zal graag ver-
nemen of het college dit wil bevorderen.
îei, De heer Van der Hulst meent bij de heer Rücker beluisterd te hebben
î.r ,1' dat hij het bestemmingsplan van de Schouwbroekerpolder voorrang zou
1 willen verlenen boven dat van de Geleerdenwijk. Spreker meent dat dit,
t uit in verband met het renteverlies op de grondaankopen welke in de Geleer-
voor denwijk hebben plaats gevonden, niet geheel juist zou zijn.
:stem- De heer de Ruiter wil het door de heer Hupkes opgemerkte van harte
r naar steunen.
mlîgS' Wethouder Van Wijk meent dat wel vaststaat dat het Diaconessenhuis in
6 ,a? de Schouwbroekerpolder zal worden gebouwd en dat dit mede een aan-
'?eleiding is om de Schouwbroekerpolder in exploitatie te brengen door de
,e,r 1S wegen aan te leggen, terreinen op te hogen, enz. Dat dâârom het bestem-
e T„ mingsplan op de helling zou moeten ziet spreker niet in. Het plan is eigen-
mmen lijk Panklaar, alleen moet er nog wat aan geschaafd worden. Het is, zoals
spreker het ziet, een goed plan, dat aansluit aan de bestaande wegen. Als
vo er' men de omgeving van de Schouwbroekerpolder kent weet men, dat een
,?v, bestemmingsplan voor de Schouwbroekerpolder eigenlijk al zoveel ge-
gevens bij voorbaat krijgt, door de aansluitende en daarop gerichte wegen,
e loî- wc&aanleg" °P zichzeif geen problematiek is. Men zal straten moeten
1 voortzetten vanuit het noorden en het westen. Spreker denkt aan de
Cesar Francklaan en de Johan Wagenaarlaan, en vanuit het zuiden, die
t voor eikaar ongeveer in het hart van de polder zullen vinden en dan zal de grote
huur- v'eS doorgaan over het Spaarne naar Haarlem. Dat is eigenlijk wel de
kant concePtie die als een gegeven meer of min bij dit plan aanwezig was en
- toch daarbÖ ook ingevoerd is.
1' dat Met betrekking tot de bebouwing laat juist de nieuwe wet op de ruimte-
orden '^ke ordening de mogelijkheid open om in een bestemmingsplan plaatsen
be- aan te wijzen voor woningbouw zonder dat bij voorbaat wordt vastgelegd
aineei welke soort woningen daar zal komen. Spreker is daar een voorstander
in de van en mek 116111 naar hij meent het college, omdat daardoor de gelegenheid
huur ontstaat om in het stadium waarin tot effectuering van het plan zal wor-
u0UÏ den overgegaan, het plan aan te passen aan de dän bestaande behoefte.
Er is inderdaad in een vrij groot gedeelte van dit plan gelegenheid voor
