15 december 1967 309 spreker er niet om dat bestemming-splannen zo snel mogelijk aan de com- j missies worden voorgelegd, dat spreekt vanzelf en dat doet de wethouder ook altijd wel, maar dat die plannen dan nog niet in een definitief stadium verkeren zodat, als er van de kant van de commissies bezwaren naar voren worden gebracht, deze nog in het plan kunnen worden verwerkt. Wanneer over een bestemmingsplan een bepaald idee is ontstaan, zou het naar spre- kers gevoelen heel goed mogelijk zijn dat idee al eens in de commissies ter sprake te brengen. De wethouder heeft zojuist al enkele hoofdpunten van het nieuwe plan onthuld, maar de commissies weten daar op dit ogen- blik nog niets van. Spreker meent dat met het bespreken van plannen welke in een beginstadium verkeren, tijd en geld kan worden gespaard. Wethouder Van Wijk wil toch goed blijven onderscheiden dat de voorbe- reidende taak en de heer Hupkes tast deze stelling eigenlijk niet aan bij het college behoort. Spreker voelt het verlangen van de heer Hupkes echt niet als een zich trachten in te dringen in de taak van het college. Men kan van mening verschillen, ook binnen het college, over het moment waarop de voorbereiding van een bestemmingsplan nu zover gevorderd is dat het met de commissies kan worden besproken. Sprekers persoonlijke instelling is dat de eommissies vrij vroeg kunnen worden ingeschakeld. Aan de andere kant wil hij toch ook duidelijk stellen dat dat ook weer niet äl te vroeg moet gebeuren want dan wordt het in eerste instantie een Babylonische spraakverwarring. Beter dan in laatste instantie, zal men zeggen, maar het kan toch ook te vroeg gebeuren. Hier is wel enige wijs- heid nodig. De commissies krijgen de plannen te zien voordat er grote uitgaven voor zijn gedaan. Er moeten echter meer of min kaarten op tafel liggen om er zinnig over te kunnen praten. De kaarten worden door burgemeester en wethouders in samenwerking en bespreking met openbare werken en de stedebouwkundige ontworpen. Het plan Geleerdenbuurt is nu al zover dat spreker er persoonlijk geen bezwaar tegen zou hebben dat nu reeds de commissies worden ingeschakeld. Spreker zal dat aan het col- lege voorstellen. Mevr. Gaasterland vraagt of het overleg met de commissies dan vöör de ter visie legging van het plan plaats heeft. Wethouder Van Wljk antwoordt dat de ter visie legging pas komt nadat de raad het bestemmingsplan heeft vastgesteld. Dan heeft de commissie bet plan dus allang gezien. Punt 21 De heer Riicker zegt dat burgemeester en wethouders o.a. antwoorden dat de raad er verzekerd van kan zijn, dat ter verkrijging van financie- ringsmiddelen initiatieven zullen worden genomen. Spreker vraagt van het college in het kort te mogen vernemen welke initiatieven dat dan zijn. Het tweede gedeelte van de vraag betreft realisering van het westelijk gedeelte van het Centrumplan. Het is spreker bekend dat enkele eige- naren nog moeilijkheden maken over de verkoop van benodigde grond. Dat werkt uiteraard stagnerend, maar spreker meent dat toch wel dat- gene kan worden uitgevoerd wat in dit stadium al kan geschieden. Dat is o.m. de aanleg van de wegen. Ook hier geldt het motief dat hoe sneller deze zaak visueel acceptabel wordt dit alleen maar stimulerend zal werken op hen die voornemens zijn in deze, naar sprekers mening zeer aantrek- kelijke woonomgeving, de eigendom van een bouwterrein te verwerven. Spreker zal nog met de rentmeester van het grondbedrijf in onderhan- deling treden over het terrein dat hij dan zo mooi vindt. Wethouder Verhoeven zal de eerste alinea van vraag 21 behandelen. De heer Rücker heeft gevraagd welke initiatieven ter verkrijging van fi- nancieringsmiddelen zijn genomen. Spreker verzekert dat die initiatieven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 33