310
15 december 1967
intussen zijn genomen. Meer kan hij daar niet over vertellen. Natuurlijk
zullen burgemeester en wethouders met bepaalde institutionele beleggers
contact opnemen. Zodra daar iets van rond is hoort de raad er meer van.
Wethouder Van Wijk zal de tweede vraag van de heer Rücker beant-
woorden. Met de heer Rücker is spreker van oordeel dat, wanneer daar
eenmaal wegen liggen, de zaak veel attractiever wordt. Reflectanten zul-
len, rijdend en wandelend over die wegen, eerder tot kopen komen dan in
de verlatenheid zoals het nu is. Spreker kan verzekeren dat door het
college steeds en regelmatig ernstige pogingen in het werk worden ge-
steld om de twee mensen die het aanleggen van de wegen in zeker op-
zicht nog in de weg staan, tot verkoop van hun grond te bewegen. Bur-
gemeester en wethouders hebben echt wel concessies gedaan maar op een
gegeven ogenblik komt men aan een grens toe, wil men geen onbillijk-
heden begaan tegenover anderen die reeds hebben verkocht. Burgemeester
en wethouders hebben nog steeds hoop dat zij het gaat niet om zulke
gewichtige dingen, althans niet in het geheel bezien alsnog tot een ak-
koord zullen komen. Zo niet dan zal tot onteigening moeten worden over-
gegaan en daaruit zou veel tijdverlies kunnen voortkomen. Spreker heeft
nog steeds het gevoel dat het zover niet zal komen. Als de moeilijkheden
eenmaal zijn opgelost zal doorgegaan moeten worden met het bouwrijp
maken van de grond en met de wegenaanleg. De hele zaak zal dan meer
kleur en zicht krijgen waardoor het verkopen van de gronden sneller zal
gaan.
De heer Rücker vraagt of het niet mogelijk is om, ook al zijn de onder-
handelingen met enkele eigenaren nog niet helemaal afgerond, alvast voor-
bereidende maatregelen te nemen, zoals het uitzetten van de wegtracé's,
teneinde zodra dit zal kunnen, met de aanleg van de wegen te kunnen
aanvangen. Spreker meent n.l. dat de terreingedeelten waarmee de moei-
lijkheden zijn niet direct het wegenplan als zodanig raken. Dan zou mis-
schien veel tijd gewonnen kunnen worden.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat deze opmerking slechts voor de helft
waar is. Eén stukje grond dat de gemeente nog niet in eigendom heeft,
heeft wel te maken met de aanleg van de wegen, een ander stukje be-
paald niet. Spreker ziet wel technische mogelijkheden om het plan zo-
nodig op te zetten dat dit deel er buiten wordt gehouden.
Punt 22
Mevr. Cohen vraagt deze vraag te behandelen bij het hoofdstuk volks-
huisvesting.
De voorzitter gaat hiermede akkoord.
Punt 23
De heer Verkouw heeft zojuist van de wethouder mogen horen hoezeer
het college bezig is met de nieuwe bestemmingsplannen. Spreker vindt het
zeer belangrijk dat het college het met de vragensteller eens is dat het
gewenst is voor de dorpskem een bestemmingsplan vast te stellen. Men
heeft zo lanzamerhand kunnen zien wat op de Binnenweg aan gebouwen
verrijst en hoe de gehele dorpskern een karakter krijgt waarvan men
zegt, dat, als daarvoor tijdig een bestemmingsplan was vastgesteid, die
kem wellicht een ander aanzien had gekregen. Wat voor de dorpskern
geldt, geldt ook voor vele andere delen van de gemeente. Spreker durft het
bijna niet hardop te zeggen maar Heemstede behoort tot die gemeenten in
de provincie waar nog de oudste bestemmingsplannen gelden. Spreker heeft
al zo dikwijls van de secretaris, in zijn kwaliteit van rentmeester van het
grondbedrijf, als hij het over bepaalde delen van de gemeente had, ge-