15 december 1967 311 hoord dat daarvoor nog een oud bestemmingsplan of geen bestemmings- plan geldt. Spreker dacht dat het aanbeveling zou verdienen, zodra de tijd daarvoor rijp is, dat deze oude uitbreidingsplannen zo spoedig mogelijk op de helling worden genomen. De heer Rücker wil hetgeen de heer Verkouw heeft gezegd met alle enthousiasme steunen waarbij spreker het college zou willen verzoeken eens met de stedebouwkundige na te gaan in hoeverre het mogelijk is het aanvankelijk zeer aantrekkelijke en nu nog redelijk aantrekkelijke karakter van de dorpskern te bewaren. Spreker weet dat dit misschien een wat conservatieve gedachte is, omdat men met rede ook zou kunnen stellen dat, indien de tijden veranderen, daarvan alle consequenties onvoor- waardelijk moeten worden aanvaard. Spreker zou gaarne zien dat van het nog bestaande oude Heemstede zoveel mogelijk wordt gesauveerd. Wethouder Van Wijk zegt dat, afgezien van de omstandigheid dat de nieuwe wet ons wel dwingt de bestaande bestemmingsplannen te wijzigen of nieuwe te maken, het college doordrongen is van de noodzaak daarvan. De noodzaak dringt zich steeds weer op wanneer in de dorpskern nieuwe grote gebouwen gaan verrijzen. Spreker heeft met de welstandscommissie herhaaldelijk de vraag besproken wat men van plan was met de dorpskem te doen. Want men kan nu de bouw van bankgebouwen e.d. wel goedkeuren maar de kans bestaat dat het bestemmingsplan straks heel anders uitvalt. Dus ook al vanuit de praktijk is de noodzaak aanwezig om voor de dorps- kern een nieuw bestemmingsplan te maken. Het mag dan zijn dat Heem- stede de oudste bestemmingsplannen heeft maar er zullen niet veel ge- meenten van onze grootte zijn die bezig zijn geweest met 5 nieuwe be- stemmingsplannen. Daarnaast moet dan maar eens rustig begonnen wor- den aan een plan voor de kem van het dorp. Het is spreker uit het hart gegrepen dat zoveel mogelijk moet worden getracht de fraaie gedeelten van de dorpskern elke kern heeft ook haar onfraaie zaken te bewaren, zonder zodanige concessies te doen dat het een soort museumachtig ge- heel wordt. Persoonlijk staat spreker volledig achter de heer Rücker dat in het dorp eigenlijk later gezien moet kunnen worden hoe het vroeger was en dat, waar het enigszins kan, het oude moet worden gespaard. Spreker denkt dan b.v. aan het Wilhelminaplein, maar er zijn wel meer buurten die gehandhaafd kunnen worden terwijl andere buurten mogelijk metter- tiid weggevaagd zullen worden en geheel worden vemieuwd. Spreker zal geen namen noemen. Het college is ondanks het feit dat de bestemmings- plannen voor nieuwbouw veel tijd vergen, bereid ook hieraan te beginnen. Punt 25 De heer Hupkes zegt dat het college in zijn antwoord meedeelt dat Rijkswaterstaat heeft geweigerd een aansluiting van de Dinkellaan op de Herenweg, ook niet voor voetgangers, mogelijk te maken. Dit is voor spre- ker een volkomen onbegrijpelijke zaak. Wat betreft de aansluiting van de Dinkellaan op de Herenweg kan hij bepaalde argumenten nog wel aan- voelen, maar wat het voetpad betreft lijkt het hem eigenlijk meer een kwestie van vasthouden aan een eenmaal ingenomen standpunt. Spreker verzoekt het college nogmaals bij Rijkswaterstaat met de meeste klem aan te dringen op het toelaten van een uitweg voor voetgangers. De be- staande situatie is voor veel in die wijk wonende mensen een regelmatig weerkerende ergernis. De heer Van der Hulst zegt dat het vanzelf spreekt dat het college de heer Milatz niet in het onzekere wil laten. Het komt sprekers fractie gewenst voor, dat, als er zich een oplossing voordoet, ook al valt die voor de gemeente wat duurder uit dan verwacht werd, deze wordt aangegrepen. Bovendien moet er naar een oplossing worden gestreefd welke voor de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 35