15 december 1967 313 zonder betreuren. Hij gelooft ook dat het ten opzichte van Rijkswater- staat nodig is om de mening van de raad kenbaar te maken, want anders kan Rijkswaterstaat zeggen dat nooit bezwaren zijn ingebracht door de raad. Het is niet zo dat men alleen maar verzoeken moet doen die direct worden ingewilligd. Als meerdere leden van de raad sprekers verzoek willen steunen zou hij dat op prijs stellen. De heer Scheer meent dat het college in het verzoek aan Rijkswater- staat toch kan aanvoeren dat ook de Hugo de GrooUaan, de Asserlaan, kort- om zovele lanen, öôk aan de andere zijde van de Herenweg, op de Heren- weg uitmonden. Als de mensen aan de overzijde van de Herenweg moeten zijn, steken zij ter plaatse toch ook over. Daar zijn ook geen vluchtheuvels Tegen die motivering lijkt spreker weinig in te brengen. Mevr. Cohen is het van harte met de heer Hupkes eens. Zij heeft er een paar maanden geleden nog op geattendeerd hoe ontzettend onlogisch het is dat in Haarlem wel een nieuwe weg voor de Kinheimflats, op een levensgevaarlijk punt viak bij verkeerslichten, mocht uitmonden terwijl een bestaande uitweg bij de Dinkellaan moest worden afgesloten. Spreek- ster meent dat de raad er goed aan doet daarover zijn verontrusting en ver- ontwaardiging bij Rijkswaterstaat kenbaar te maken. Misschien is er hele- maal geen kans dat het verzoek wordt ingewilligd maar het kan toch ge- probeerd worden. De voorzitter antwoordt dat de raad natuurlijk de bevoegdheid heeft om Rijkswaterstaat kenbaar te maken dat hij de beslissing die met be- trekking tot het uitwegen van de Dinkellaan is gevallen betreurt en daar- bij het verzoek doet alsnog toestemming te verlenen. De vraag van de heer Hupkes was, of het college van burgemeester en wethouders dit wilde doen en dan zegt spreker, nee. Het college heeft deze zaak besproken, en heeft gewezen op de belangen van de omwonenden die regelmatig ge- bruik van de Dinkeilaan maken, maar dat heeft geen effect gesorteerd Het heeft geen zin nu nog eens te gaan praten. Wanneer de raad als zo- danig meent zich tot Rijkswaterstaat te moeten richten dan is dat ziin goed recht. Wethouder Corver attendeert er op, dat hij dacht dat het college, ge- zien zijn voorgaande actie, zich gaarne bij de raad zou willen aanslu'iten. opreker bedoelt dat het collegfe en de raad in deze zaak green verschil van inzicht hebben. De heer Kuiper vraagt of het niet een mogelijkheid is met de pachter van de boerderij overeenstemming te bereiken over het maken van een uit- gang voor voetgangers vlak langs het hek van zijn boerderij. De vioorzitter antwoordt dat volgens het bestemmingsplan de boerderij zai verdwijnen. Daama zal over het vrijkomende terrein een weg naar de Rijnlaan worden aangelegd. Dat plan kan op het ogenblik nog niet gere- aliseerd worden. Burgemeester en wethouders hebben nagegaan of niet een andere oplossing voor de voetgangers mogelijk is, maar die is er eigen- lijk niet. Dat is ter plaatse onderzocht. De heer Willemse: „Begrijp ik het goed dat, als de boerderij weg is het pad er wel mag komen?" De voorzitter: „Dan kan de weg worden doorgetrokken naar de Rijnlaan." De heer WUiemse merkt op dat het, om de geprojecteerde weg naar de Rijnlaan aan te kunnen leggen, ook nodig zal zijn het terrein van de fa. Rene Schoo aan te kopen. Spreker sluit zich gaame aan bij het idee dat de raad zijn mening over deze zaak bij Rijkswaterstaat kenbaar maakt. De heer Smit zegt dat het bestemmingsplan al jaren oud is. Spreker ftf

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 37