318 15 december 1967 Punt 37 De heer Rücker leest in de beantwoording van deze vraag dat de bouw- verordening zulke uitstekende richtlijnen geeft voor brandveiligheid van bouwconstructies en de aanwezigheid van vluchtwegen. Spreker meent dat het bij deze gelegenheid wel eens nuttig is het college te vragen om de instanties die in deze coördinerend en informatief moeten optreden, bij te brengen, dat zij degenen die bepaalde bouwplannen of verbouwplannen indienen, tijdig informeren omtrent datgene wat zij met betrekking tot de brandpreventie moeten doen of nalaten, anders is het echt het paard achter de wagen spannen. Als op een gegeven moment de bouwtekening in een definitief stadium is of erger nog, reeds met de bouw een aanvang is gemaakt en er blijken dan nog bepaalde preventieve maatregelen te moe- ten worden genomen, dan is dat uiteraard een zeer betreurenswaardige zaak. Bij deze verzoekt spreker het college er vooral op attent te zijn dat belanghebbenden juist en tijdig worden geïnformeerd over die uit- stekende richtlijnen in de bouwverordening. De burger heeft er recht op dat de betreffende instanties hem ten dienste staan. Enige vergade- ringen terug heeft de wethouder van openbare werken spreker een zinvol college gegeven over de besteding van de legesgelden welke voor bouwver- gunningen worden geheven. Daar heeft spreker nota van genomen maar hij verwacht dan ook dat de informatief begeieidende en coördinerende instanties hun taak mettertijd en tot tevredenheid zowel van het college als van de betrokkenen goed uitvoeren. Het college schrijft verder in antwoord op deze vraag, dat het plan voor de bouw van een brandweerkazeme op korte termijn aan de raad kan worden voorgelegd. Voorts schrijven burgemeester en wethouders dat het op het ogenblik niet mogelijk is al het aanwezige materieel in de brand- weerkazerne onder te brengen. Het materieel biedt naar sprekers be- scheiden mening, niet eens voldoende waarborg dat een brand in hoog- bouw doelmatig kan worden bestreden. Hier is dus sprake van een zeer noodzakelijke voorziening. Spreker vraagt zich af waarom de bouw van een brandweerkazerne niet op het verlanglijstje voor 1968 staat. Nu zal het college misschien antwoorden: „wel ja, nôg wat er bij, alles kan toch al niet uitgevoerd worden" maar spreker gelooft dat men beginnen moet bij het begin. Een dergelijk urgent object dient aan het prioriteitenschema te worden toegevoegd. Mevr. Vriesendorp zegt dat blijkens het antwoord van burgemeester en wethouders de autoladder het noodgedwongen zonder stalling moet doen. Spreekster vraagt of het bericht in de krant, dat bij de laatste brand in een bejaardenhuis de Heemsteedse ladderwagen buiten werking aan de kant stond, juist is. Was roestvorming daarvan de oorzaak? In dat geval is het natuurlijk nodig dat zo snel mogelijk een onderkomen voor de auto- ladder wordt gevonden. Verder schrijven burgemeester en wethouders dat de huisvesting van de brandweer geen ruimte biedt voor het houden van bijeenkomsten voor een of ander doel. Spreekster dacht dat voor lezingen e.d. de sportzaal van het politiebureau wei gebruikt kon worden en misschien wordt deze daarvoor ook wel gebruikt. Daarom vraagt spreekster of het antwoord wel helemaal juist is. De heer Smit heeft de indruk dat bij de brandweerlieden wel degeiijk enthousiasme voor hun werk aanwezig is. Gebrek aan doeltreffend mate- rieel is een belangrijk punt. vooral nu hoogbouw een toenemende bouw- wijze is. Spreker vraagt de brandpreventie voiledig onder de loupe te ne- men. Gebeurt dat op het ogenblik al bij het verlenen van bouwvergun- ningen Wordt er van gemeentezijde aan gewerkt Zou het niet wenselijk zijn dat de raad op korte termijn een rapport krijgt over de toestand van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 42