15 december 1967 323 van Heemstede op te komen. Voor spreker is het de vraag of die belan- gen wel voldoende naar voren zijn gebracht. De voorzitter constateert, dat op bespoediging van de aanleg van de weg Velsen tunnel-Schiphol, waarover de heer Hupkes in eerste instan- tie sprak, eigenlijk niet behoeft te worden aangedrongen omdat aan die weg in 1968 wordt begonnen, terwijl in 1969 de kunstwerken zullen worden aanbesteed. Een en ander zal getimed zijn en de gehele aanleg duurt dan tot 1972. De heer Hupkes zegt dat de zaak anders ligt. Het grondwerk voor het gehele traject is al jaren klaar. Als men wilde zou men vandaag met de kunstwerken kunnen beginnen. Natuurlijk heeft Rijkswaterstaat financiële problemen die bepalend zijn voor wat men kan doen; men zal een keuze moeten maken. Spreker wil de moeilijkheden van Rijkswaterstaat niet van de tafel vegen, maar van de andere kant zal Rijkswaterstaat bij het bepalen van de urgentie van een bepaalde wegenaanleg rekening houden met de druk die wordt uitgeoefend en de motiveringen die gegeven wor- den door de plaatselijke overheden. Dat is de enige maatstaf waaraan Rijkswaterstaat kan afmeten hoe belangrijk een bepaald werk is. Omdat blijkbaar o.a. Amstelveen emstige druk op Rijkswaterstaat heeft uitge- oefend en daar succes mee heeft gehad, zou spreker nog eens willen ver- zoeken het belang dat Heemstede bij deze wegenaanleg heeft zeer nadruk- kelijk naar voren te brengen, omdat spreker bang is dat Heemstede door te bescheiden te zijn, aan het kortste eind zal trekken. Dat zou spreker voor alle inwoners van Heemstede bijzonder betreuren. De voorzitter gelooft namens het college te kunnen toezeggen dat aan deze kwestie bijzondere aandacht zal worden besteed. De heer Rutgers zou graag de toezegging hebben dat de raad binnen enkele maanden bericht krijgt in hoeverre het college bij Rijkswaterstaat gehoor heeft gevonden. Met betrekking tot de afsluiting van de Dinkellaan heeft de raad zich uitgesproken tot het uitoefenen van aandrang van de raad zelf bij Rijkswaterstaat. Spreker vindt dit punt nog veel belangrijker. Hij aarzelt dan ook met de vraag of de raad op dit ogenblik niet met een motie moet komen. Als burgemeester en wethouders zeggen dat zij deze zaak liever bij Rijkswaterstaat bepleiten en dat bij negatief resul- taat de raad altijd nog met een motie kan komen, dan heeft spreker daar vrede mee. Spreker wil wel goed in de gaten houden dat de raad zo spoe- dig mogelijk van het antwoord van Rijkswaterstaat in kennis wordt ge- steld opdat, als het antwoord niet bevredigend is, de gemeenteraad als zodanig met meer kracht elders op de onmogelijke verkeerssituatie in Heemstede wijst. Spreker is het met de heer Hupkes volkomen eens dat, als de hogere overheid moet beslissen over ons belang en anderer belangen, de raad van Heemstede zijn belangen met de allermeeste kracht naar voren mag brengen. Het doorgaande verkeer in Heemstede is een plaag waardoor de gemeente als woondorp geheel wordt ontkracht. Spreker zou het college willen vragen nu een motie van de raad goed te vinden en te ondersteunen, of dat het college meent dat daarmee moet worden gewacht tot het college contact met Rijkswaterstaat heeft gehad. In het laatste geval zou de raad de uitslag daarvan binnen enkele weken kunnen horen en dan kan de raad deze zaak altijd nog bekijken. De voorziiter zou liever zien dat dit punt eerst nog in het college wordt besproken. De heer Hupkes heeft het over de aanleg van één weg gehad. Het gaat eigenlijk ook over de aanleg van andere wegen, het is een heel wegenprobleem. Als burgemeester en wethouders alleen aandringen op de aanleg van die ene weg, dan lijkt dat spreker ook niet juist, want die

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 47