330
15 december 1967
spijt heeft zij van enigerlei activiteiten op dit punt niets kunnen bespeu-
ren. Dit brengt haar er toe nogmaals de aandacht te vragen voor dit
onderzoek en bovendien tot een iets verdergaande beschouwing over te
gaan.
Het aantal ingeschreven woningzoekenden beweegt zich thans rond het
cijfer 700. Deze woningzoekenden vallen voor het grootste deei binnen
het kader van de lagere inkomens. Weliswaar zijn thans ruim 300 woning-
wetwoningen in aanbouw, doch het lijkt sprekers fractie noodzakelijk
thans reeds voort te gaan met het voorbereiden van nieuwe plannen, zodra
dit mogelijk is. Het moet toch mogelijk zijn om te komen tot een raming
van de jaarlijkse groei van de behoefte in deze sector woningzoekenden.
Bestaat niet het gevaar dat als de thans in aanbouw zijnde woningen ge-
reed zijn, het aantai aanvragen zö is toegenomen dat weer een groot te-
kort bestaat?
Een tweede thans aangesneden onderwerp betreft de toekomst van de
gemeente. Er moet een duideiijk verband zijn tussen datgene wat bur-
gemeester en wethouders voor ogen staat en het gevoerde beleid. Het tot
dusver gevoerde beleid draagt ontegenzeggelijk het gevaar van een snelle
veroudering van de bevolking in zich. Vele jonge gezinnen trekken weg
omdat hen hier geen woonruimte ter beschikking kan worden gesteld. Men
behoeft slechts over weinig biologisch inzicht te beschikken om te besef-
fen dat het inwonertal van 35.000 op deze wijze moeilijk te bereiken zal
zijn. Het lijkt sprekers fractie vanuit aiierlei aspecten gezien, van groot
beiang dat een normale leeftijdsopbouw van de bevolking zoveel mogelijk
wordt gehandhaafd. Haar inziens dient dan ook de leeftijdsnorm een min-
der stringente norm bij het huisvestingsbeleid te vormen.
Een derde aspect dat de aandacht vraagt is de omstandigheid dat een
relatief groot deel van de vooroorlogse huurwoningen in particuliere han-
den is. Men moet er in het beleid rekening mee houden dat deze woningen,
zodra zij leeg komen, ten verkoop zullen worden aangeboden. In de toe-
komst zai daardoor het aantal beschikbare huurwoningen steeds afnemen.
Om dit te vrezen hiaat in de woningvoorziening op te vullen, dient er
met kracht naar te worden gestreefd, institutionele beleggers te inte-
resseren voor de bouw van huurwoningen zowel premiewoningen als onge-
subsidieerde woningen in de gemeente, waarbij zeer in het bijzonder ook
moet worden gedacht aan eengezinswoningen. Teneinde een goede gezins-
ontwikkeling in alle sociaie groepen en leeftijdsgroepen te kunnen stimu-
leren, moet hieraan veel aandacht worden besteed.
Voorts dient men zich te verdiepen in de vraag welk effect het ge-
voerde beieid met betrekking tot de koopwoningen op de volkshuisves-
ting heeft gehad. In de memorie van antwoord laten burgemeester en
wethouders deze vraag onbeantwoord, naar sprekers fractie aanneemt om-
dat het geen zichtbaar nuttig effect heeft gehad. Dit gunstig effect zal i,
zich waarschijnlijk ook niet voordoen, tenzij burgemeester en wethouders
hun vorderingsbevoegdheid weer op grote schaal gaan hanteren. Wel
wordt door het huidige beleid de verkoper (toch ook Heemstedenaren) per-
manent in een ongnnstige onderhandeiingspositie t.o.v. de koper gemanoeu-
vreerd. Als aangetoond kan worden dat met deze maatregeien de huis-
vesting van de Heemsteedse woningzoekenden is gediend, dan kan men
hiermee vrede hebben.
In feite speelt de koop- en verkoop van woningen zich echter af op een
financieel niveau, waar, naar het inzicht van sprekers fractie, de overheid
geen bijzondere beschermende taak meer heeft ten aanzien van één van de
marktpartijen. Het gevolg van het gevoerde beleid is dan ook dat steeds
meer leegstaande woningen worden aangetroffen.
Sprekers fractie meent dan ook dat de verkoop van eigen woningen
zonder restrictie kan worden vrijgegeven.
Samenvattend wil sprekers fractie daarom voorstellen: