15 december 1967
331
1. Een jaarlijkse productie van woningen in de sociale sector, aange-
past aan de groei van de woningbehoefte in deze sector.
2. Bevordering van de bouw van particuliere huurwoningen.
3. Flatbouw slechts toe te staan voor zover deze voorziet in de behoefte
van bepaalde bevolkingsgroepen, zoals alleenstaanden, bejaarden en
aflopende gezinnen.
4. Het zonder restrictie vrijgeven van de verkoop van eigen woningen.
De heer Willemse wil over dit punt in het algemeen nog iets opmerken.
Enkele van zijn fractiegenoten zullen daar in onderdelen nog op ingaan.
Het begrip woongemeente vertaait spreker eigenlijk als een tegenstelling
tot industriegemeente. Spreker zou anders niet weten welke interpretatie
burgemeester en wethouders aan het woord woongemeente geven. Burge-
meester en wethouders bedoelen misschien forensengemeente. Spreker is
het dan helemaal met mevr. Cohen eens dat het begrip forensen niet moet
worden beperkt als behorende bij een bepaalde bevolkingsgroep, maar dat
ook de werknemers uit de lagere inkomensklassen die elders werken,
rustig als forensen kunnen worden aangemerkt.
Spreker is blij van de heer de Ruiter te horen dat een sociaal woning-
beleid ook voor de toekomst noodzakelijk is. Spreker gelooft dat de raad
moet vasthouden en dat zou hij graag van de kant van het college be-
vestigd willen zien aan de conclusie waartoe de raad bij de behande-
ling van de bouwnota kwam. Toen is aanvaard dat in verhouding tot de
verschillende bevolkingsgroepen moest worden gebouwd. Dus zowel voor
de arbeiders en anderen met lage inkomens als voor degenen die bunga-
lows, landhuizen, villa's of wat ook willen bouwen. Spreker zal dus graag
van het college vernemen of het dit eenmaal ingenomen standpunt hand-
haaft.
De heer Scheer sluit zich aan bij het betoog van de heer de Ruiter. Alleen
moet hij tegen het geheel vrij geven van eigen woningen voor de verkoop
bezwaar maken. Spreker zou het hemd is nu eenmaal nader dan de rok
aan de Heemstedenaren de voorkeur willen geven. Blijkt bij hen geen in-
teresse te bestaan dan moeten deze woningen vrij verkocht mogen worden.
De heer Van der Hulst herinnert zich het debat van 3 jaar geleden over
de woningbouw nog levendig. Spreker heeft toen ook het zijne gezegd over
het begrip forensen. Hij zal dat allemaal niet herhalen want mevr. Cohen
heeft dat eigenlijk wel voldoende weergegeven.
In het antwoord op vraag 51 zijn spreker de laatste twee zinnen opgeval-
len. Burgemeester en wethouders geven daarin te kennen dat zij wel zullen
afwachten wat er gaat komen hetgeen vaag is en aan de hand daar-
van zullen zij wel maatregelen nemen. Spreker vreest dat als op die ma-
nier tewerk wordt gegaan burgemeester en wethouders met hun maat-
regelen altijd te laat zullen zijn. Spreker meent daarom dat toch wel een
soort prognose moet worden gemaakt. Hoe, dat weet spreker ook niet pre-
cies, misschien is dat mogelijk aan de hand van het aantal gesloten huwe-
lijken per jaar. Het gaat er spreker helemaal niet om dat vanmiddag
wordt afgesproken dat de gemeente in 1980 moet zijn volgebouwd, per se
niet, maar het ontwerpen van plannen moet toch ergens op gebasseerd
zijn. Z.i. kan niet volstaan worden met af te wachten hoe de vraag naar
woningen zich in de toekomst zal ontwikkelen, want dan is men altijd
te laat en kan de raad eigenlijk ook niet met voldoende klem de voort-
gang van bepaalde bestemmingsplannen bepleiten. Als aan de hand van
een prognose, met aile fouten van dien, de normale groei van de bevol-
king bekend is, dan kan ergens naar toe worden gestuurd en kan de raad
beoordelen in hoever er aandrang op bepaalde bouwplannen moet worden
uitgeoefend. Een belangrijk punt daarbij is, en dat heeft de heer de Ruiter