334
15 december 1967
bestemmingsplannen die evenwichtig moeten zijn. Spreker dacht dat de
raad dit moet doen wil hij zijn taak goed verstaan.
Voorts heeft de heer de Ruiter gevraagd de bouw van particuliere huur-
woningen te bevorderen. Ook daarmee is spreker het eens. Burgemeester
en wethouders zijn er mee bezig. Het is een gelukkige omstandigheid dat
de laatste weken van de zijde van de institutionele beleggers interesse is
getoond voor de bouw van huurwoningen. Spreker hoopt vurig dat die
plannen zullen doorgaan. Het college kan toezeggen dat deze bouw zo
krachtig mogelijk zal worden bevorderd. Mede tengevolge van de door de
heer de Ruiter gesignaleerde verkoop van vrijkomende huurwoningen, zal
het aantal beschikbare huurwoningen afnemen. Spreker dacht dat op de
vrij grote groep mensen welke een duurdere huurwoning kan betalen, gelet
moet worden.
De flatbouw ziet spreker als een soort bouw welke aangepast is aan de
nood van het heden. Ook als is het niet de meest ideale woningsoort, de
mensen van nu hebben die woningen nodig en zij zullen blij zijn als zij in
een flat kunnen trekken. Wij mogen dan aan het nageslacht een misschien
minder ideale woonsoort nalaten, wat ons is nagelaten was ook niet alle-
maal even prachtig. Spreker gelooft dat de bouw van flats op het ogenblik
een goede zaak is ook al zal men daar in een verre toekomst, als er weer
voldoende eengezinswoningen beschikbaar komen, weer uittrekken. Laat
men er dan maar uittrekken en dan zal het dan levende geslacht wel een
oplossing zoeken voor de leegstaande flats. Spreker ziet het allemaal nog
niet. Hij vindt de bouw van flats volkomen verantwoord omdat zij nú nodig
zijn. In de eerste plaats moet voor déze generatie gezorgd worden, waarbij
uiteraard de toekomst niet uit het oog wordt verloren.
Het zonder restrictie vrijgeven van de verkoop van eigen woningen is
altijd een nare zaak geweest. Als een bepaald goed schaars is, dat is
een economische wet, wordt het duur. Zo is het ook met de huizen ge-
gaan. Het is geen gezonde duurte omdat hierbij meespeelt dat men
misbruik kan maken van de nood van een ander. Lange tijd heeft het
sprekers instemming gehad dat de overheid hier een rem op zette. Het ge-
val kan zich voordoen dat een Heemstedenaar een behoorlijk bod doet op
een huis maar dat iemand van buiten Heemstede f 10.000 meer biedt.
Als men als overheid moet gaan bepalen wat nu een redelijke prijs is voor
een huis in Heemstede dan komt men in een gevaarlijke materie terecht.
Sprekers persoonlijke instelling en de neiging van het gehele college is,
dat als huizen lang leeg staan de liberalisering hierbij verder mag door-
gaan. Wanneer er eens een koper uit Heemstede dezelfde prijs biedt als
een niet-Heemstedenaar, dan acht spreker het geoorloofd aan de Heem-
stedenaar de voorkeur te geven. Spreker staat dus achter de gedachte dat
huizen niet zo lang leeg moeten staan. Spreker dacht niet dat dit nu al het
algeheel vrijgeven van dergelijke woningen betekent.
De heer Willemse heeft voor zichzelf de tegenstelling woongemeente -
industriegemeente gemaakt. Spreker heeft reeds zijn visie op het begrip
forensengemeente gegeven.
De heer Willemse vroeg of burgemeester en wethouders het compromis
inzake de woningbouw zullen aanhouden. Spreker heeft al gezegd dat
burgemeester en wethouders voornemens zijn dat te doen. Spreker heeft
daarbij al aangegeven dat men z.i. nooit moet vasthouden aan een regel
om de regel zelf, maar dat men steeds moet blijven nagaan of de regel
nog op de werkelijkheid is geënt. Naar sprekers gevoelen zou de oplossing
van dit punt veel meer hier moeten liggen, dat de woningen qua bouw veel
meer op elkaar gaan gelijken; dat men dus kleine goede woningen en
grotere goede woningen bouwt. Dan kan een ieder uitzoeken wat hij wenst.
Als dat verschil weg zou vallen zou de curveprijs inderdaad veel hoger
moeten worden. Dan kunnen heel goede woningen worden gebouwd die dan
eigenlijk niet meer gelden als woningwetwoningen of arbeiderswoningen