II
K9
15 december 1967 337
De koopprijzen zijn de laatste jaren zeer zeker aangepast aan de realiteit
zodat dit niet de oorzaak kan zijn dat de woningen niet worden ver-
kocht. Misschien kan het soelaas geven spreker heeft dit gisteren in het
antwoord van de voorzitter en thans van de wethouder beluisterd dat
in het regionale vlak aigeheie overeenstemming is bereikt ten aanzien
van het verlenen van vestigingsvergunning. Spreker vraagt of de wet-
houder nog duidelijk zou kunnen stelien of in die overeenkomst de regionaie
gedachte thans definitief en onvoorwaardelijk is aanvaard en zo ja, weike
gemeenten hierin participeren.
De voorzitter antwoordt dat de regeling is getroffen tussen de gemeen-
ten Haarlem, Heemstede en Bloemendaal. De gemeenten Velsen, Benne-
broek en Zandvoort weike hieraan nog niet meedoen, hebben bijzondere
redenen om dat niet te doen. Zij waren niet toegankelijk voor de argu-
menten van Heemstede en Haarlem.
Wethouder Van Wijk zegt dat toen mevr. Cohen het zo op alle punten
met spreker eens bleek te zijn, hij begon te denken: „zit ik wel goed".
Over het algemeen zijn mevr. Cohen en spreker het op vele punten niet zo
eens, maar spreker heeft in dit gevai toch nog niet kunnen vinden dat hij
fout zat. Wellicht hebben beiden een stukje van de waarheid geraakt.
Mevr. Cohen wil dat in de bestemmingsplannen getaiileerd wordt aan-
gegeven welke soort woningen zal worden gebouwd overeenkomstig de
bestaande verdeelsleutei van de woningbouw. De verdeelsleutel is bij com-
promis door de raad vastgesteld en geldt zolang de raad geen andere
sleutel invoert of de sleutel helemaai weg doet. Spreker geiooft dat mevr.
Cohen ten onrechte denkt dat zij na de vaststelling van een bestemmings-
plan geen inspraak meer zou hebben met betrekking tot de bestemming
van de grond. Zij zou echter b.v. tegen een voorstel tot verkoop van grond
kunnen zijn omdat zij meent dat op die grond een complex woningwet-
woningen moet komen. Het moet naar sprekers inzicht aitijd weer moge-
lijk zijn om bij de effectuering van een bestemmingspian welke altijd
een jaar of drie na de vaststelling zai zijn nader te bepalen wat en
waar gebouwd zai worden. De wetgever is juist zo wijs geweest om de ge-
meenten in dit opzicht bij het vaststellen van bestemmingsplannen meer
armslag te geven, omdat in het verleden zo hinderlijk is gebleken dat
in de beschrijving van een bestemmingsplan b.v. hoogte, diepte en breedte
van alle te bouwen woningen tot in details moesten worden opgenomen.
De opvattingen over de woningbouw kunnen op dit moment heei anders
zijn dan tijdens de vaststelling van het bestemmingsplan. Destijds moesten
eventueel vele details worden veranderd en moest de geheie procedure,
welke voor de vaststeiling van een bestemmingsplan geldt, weer worden ge-
volgd. Dat werkte remmend en hinderlijk. Persoonlijk meent spreker dat de
modeme ontwikkeiing in deze wetgeving valt toe te juichen. De gemeenten
genieten nu op dit punt meer vrijheid. Men moet voor een aangewezen
bestemmingsplan niet bepaien dat het voor zoveel procent met dit type
en voor zoveei procent met dat type woningen moet worden bebouwd te-
meer niet wanneer verschillende bestemmingsplannen op stapel staan en er
verschiilende mogelijkheden zijn. Zo zou het best kunnen zijn dat woning-
wetwoningen veel beter in een bepaalde wijk kunnen worden gepland dan
overal verspreid in de gemeente. Spreker meent dat er nog voldoende in-
spraak mogelijk is bij het effectueren van de bestemmingsplannen teneinde
te voorkomen dat de aanvaarde verhouding niet wordt gehandhaafd.
De heer de Ruiter stelde, dat het verzadigingspunt voor de koopwoningen
al bereikt is. Voor wat de duurdere woningen betreft is spreker dat vol-
komen met hem eens. Spreker meent echter dat er nog talrijke Heemstede-
naren in aanmerking willen komen voor een koopwoning van 30 -
60.000. Het is weer de moeilijkheid om een grens te trekken. Naar spre-
kers gevoel ligt die ergens bij 70.000. Het zou best kunnen zijn dat het