340
15 december 1967
blij met de twee plannen voor woningen voor alleenstaanden, welke in
eerste stadium aan het college zijn voorgelegd. Als bij een bepaald proiect
concessies moeten worden gedaan zal de bouw van kleine woningen voor
alleenstaanden het eerst moeten worden teruggenomen omdat die bouw in
verhoudmg tot gewone woningwetwoningen duur is.
Het is eigenaardig dat de mens toch altijd weer terugvalt op dingen die
eenmaal zijn verguisd. Bij een hofje dacht men direct aan hofjesgeest en
aan het toppunt van narigheid en eilende welke een mens kon beieven. Het
is altijd weer een wonderlijk verschijnsei, dat op een gegeven ogenblik de
behoefte aan hofjes weer terugkeert. Er zat dus kennelijk wel iets goeds in.
Spreker heeft wel het gevoel dat een hofje qua grond vrij veel ruimte in
zal nemen en dus geen voordelige bouwvorm zal zijn. Uit een oogpunt
van romantiek waardeert spreker hofjes zeer. Hij wil graag aan de stede-
bouwkundige vragen of deze gedachte, aangepast aan deze tijd ergens
kan worden toegepast. Spreker voelt er zelf ook wel iets voor.
Mevr. Vriesendorp merkt op dat in Aerdenhout bij de Veldlaan, ook zo'n
modern hofje staat.
Wethouder Van Wijk wii gaarne eens gaan kijken.
Mevr. Vriesendorp: „Met mevr. Cohen."
Wethouder Van Wijk: ,,Dat zai me een genoegen zijn."
De heer V an der Hulst zegt dat van de 100 woningen voor aiieenstaanden
welke nu waarschijnlijk zullen worden gebouwd de moeilijkheid is dat
heeft de wethouder al eens gezegd dat zij toch in een prijs komen die
lang met voor alle alleenstaanden betaalbaar is. De behoefte aan een
woning voor alleenstaanden bestaat ook bij een groep mensen, welke deze
huurprijzen of huurkoopprijzen niet op kan brengen. De wethouder heeft
eigeniijk in zijn antwoord al toegegeven dat het met de gemeentelijke
bouw van deze woningen in de toekomst wel op dezelfde wijze zal gaan
ais tot nu toe. Er zal wel weer een concessie moeten worden gedaan met
als gevolg teieursteilingen. Spreker maakt de wethouder daar geen vérwijt
van, maar hij vmdt wel dat nu het moment is gekomen dat de raad niet
verder moet gaan met het doen van consessies op dit gebied. Spreker
gelooft dat de raad op dit terrein het college sterker moet binden. Hij wil
graag eens de mening van andere raadsleden over deze zaak horen. Als
spreker denkt aan een project van 300 woningen en daarbij een percentage
aanneemt van 10, dan betekent dat 30 woningen voor alleenstaanden.
Vmdt het college dat percentage te hoog dan zou het misschien een per-
centage van 5 kunnen garanderen.
De heer de Ruiter zegt dat het de heer Van der Hulst niet zal zijn ont-
gaan dat sprekers fractie zich in het verleden veelvuldig* achter deze ge-
dachte heeft gesteld. Op dit punt zal de situatie zich snel wijzigen. Er
zal hoogstwaarschijnlijk per 1 januari a.s. een nieuwe regeling voor wat
betreft de woningwetbouw en de particuliere gesubsidieerde bouw van
kracht worden welke dat allemaal op één vlak brengt. Die regeling impli-
ceert dat b.v. de rentevoet voor de woningwetbouw welke tot op heden op
is gehandhaafd, naar waarschijnlijk 5 of nog hoger zal worden op-
getrokken. De bedoeling van het beleid van de minister is, de particuliere
bouw op die manier meer in te schakelen bij de totstandkoming van wo-
ningen ook in de sociale sector. Dat houdt in dat de bouw van premie-
woningen A en woningwetwoningen A, praktisch op een gelijk financieel
mveau zullen komen te liggen. Onder die omstandigheden Iijkt het spreker
nu, d.w.z. een maand vôôr bekend is wat de minister van plan is met be-
tiekking tot de nieuwe subsidieregeling zowel voor de woningwet- als voor