!UUV
15 december 1967
343
De uitvoering der normen ligt in handen van burgemeester en wethouders.
Wat heeft het dan voor zin de normen te weten
De heer Willemse zegt dat een raadslid heel dikwijls de vraag wordt ge-
steld of een bepaald geval voor een huis in aanmerking komt. Dan moet
hij dus zeggen dat hij daar helemaal niets van weet.
De voorzitter: „U kunt zeggen dat het toewijzen van woningen niet be-
hoort tot de taak van de raad maar is opgedragen aan burgemeester en
wethouders. Maar als u de normen weet gaat u het geval bekijken en dan
zegt u b.v.: „o ja, volgens mij mag je in dat huis" en dan wordt er een
conclusie getrokken die wellicht niet juist is.
Mevr. Vriesendorp geeft het college daarin volkomen gelijk, want er
kunnen op dit gebied geen vaste normen zijn. Veel gevallen eisen een indi-
viduele beoordeling. Spreekster hoopt dat mevr. Cohen dat ook zal inzien.
De heer Van der Hulst wijst er op dat de raad ook de normen voor de al-
gemene bijstandswet zijn meegedeeld. Spreker zal die nooit hanteren. Die
normen zijn door de raad gevraagd met de bedoeling dat hij er kennis van
draagt hoe er gehandeld wordt.
De voorzitter: ,,Daarbij zijn geen bijzondere omstandigheden."
De heer Van der Hulst: „Nou en of."
De voorzitter„Nee, zoveel is aftrekbaar, zoveel kapitaal mag je hebben
enz."
De heer Van der Hulst gelooft dat de wethouder van sociale zaken hem
zonder meer gelijk zal geven als hij zegt dat in individuele gevallen wel
eens van de normen moet worden afgeweken. Daar is hij van overtuigd.
De voorzitter: „Daar ben ik niet zo erg van overtuigd en ik denk mevr.
Van der Meulen ook niet."
De heer Van der Hulst: „Dat durft zij hier niet te zeggen, maar dat
hoeft ook niet."
Wethouder mevr. Van der Meulen zegt dat zij nu wordt uitgedaagd. Zij
moet eerlijk zeggen dat zij de toewijzing van woningen een verschrikkelijk
rnoeilijke materie vindt. Het college kan vaak eerst na iang overleg beslui-
ten of een geval wel of niet in aanmerking kan komen. Men heeft rekening
te houden met de financiële omstandigheden van de eigenaar van het huis,
met de mogelijkheden die de eigenaar heeft, met de omstandigheden van dé
aanvrager, welk gezin een bepaald huis het meest nodig heeft, enz. Spreek-
ster is van mening dat de raad niets aan de normen heeft. Het spijt haar
erg, want zij vindt het over het algemeen plezierig dat de raad op de
hoogte is van alles wat het college doet omdat zij altijd de toeziende taak
van de raad heel erg waardeert. Spreekster heeft meegewerkt aan de be-
kendmaking van de normen van de Algemene Bijstandswet. In het onder-
havige geval gelooft zij dat dit eigenlijk niet te realiseren is.
Punt 59
Mevr. Cohen zegt dat blijkens het antwoord overeenstemming is bereikt
inzake de inschrijving van woningzoekenden volgens bepaalde richtlijnen.
Spreekster heeft tot haar schrik gelezen dat in Den Haag is gebleken, dat
er in werkelijkheid 6000 woningzoekenden minder waren dan was berekend
omdat men eenvoudig had verzuimd op te geven dat men een huis had ge-
vonden. Spreekster vraagt of er wel periodiek wordt nagegaan of de in-
geschreven woningzoekenden inderdaad nog wel een woning zoeken