15 december 1967
357
gemeente concrete voorstellen zrjn gedaan ten aanzien van bet leggen van
een verbinding middels een wandelpad van de Herenweg naar de Burge-
meester van Lennepweg, het bestuur van St. Bavo zich heeft gerealiseerd,
dat het opknappen van het bos, het op peil brengen van de aanplant, de
aanleg van paden, de stichting regardeert. Op het ogenblik zijn die werk-
zaamheden in volle gang. Deze zaken zullen zeer zeker worden ingebracht
wanneer met het gemeentebestuur over deze kwestie wordt gesproken.
De voorzitter: „Dat spreekt vanzelf."
Punt 69
De heer Rücker vestigt er de aandacht op dat in hoogbouw en zeker in
de bejaardentehuizen, althans in ,,Het Overbos", de vuilafvoer zal geschie-
den middels een zgn. vuilstortkoker. Spreker vertrouwt dat de gemeente
tijdig over het nodige materieel in de vorm van containers zal beschikken
om het vuil af te voeren.
Mevr. Vriesendorp betuigt haar bijzondere tevredenheid aan het adres
van de Reinigingsdienst voor het feit dat altijd nog tweemaal per week
het huisvuil wordt opgehaald.
De voorzitter: „Ik hoop dat dit ook door de couranten onderstreept
wordt."
Wethouder Van Wijk antwoordt dat tegen öe tijd dat de flats klaar zijn
ook de containerafvoer in orde zal zijn.
Punt 70
De heer Wiilemse zegt dat het antwoord van burgemeester en wethou-
ders bij hem de vraag heeft doen opkomen, of het terrein van de vuilnis-
belt niet geschikt kan worden gemaakt voor een volkstuincomplex. Spreker
weet alleen niet of het terrein daarvoor groot genoeg zal zijn. Spreker ge-
looft dat op dit terrein toch nooit zal mogen worden gebouwd. Hij vraagt
het college te onderzoeken of hier mogelijkheden aanwezig zijn.
De heer Verkouw zegt dat zijn fractie dit denkbeeld steunt.
Wethouder Van Wijk zegt dat de grote vraag hierbij is of de belt kan
worden gevlakt en of daarop grond, voor weik doeleinde ook, kan worden
aangebracht. Burgemeester en wethouders heoben aan de Ned. Heide Mij.
gevraagd of het vuilnis kan worden uitgestreken over de 7 ha. terrein en
zo ja of daar teelaarde kan worden opgebracht. Later kan dan de strijd
worden gestreden welke bestemming aan het terrein zal worden gegeven.
Punt 71
Mevr. Vriesendorp wil het eerste gedeelte van het antwoord even buiten
beschouwing laten; daar zal wel van andere zijde over gesproken worden.
Burgemeester en wethouders schrijven in het tweede gedeelte van hun ant-
woord „dat op grond van het huurcontract een gedeelte van de met de
achterstallige onderhoudswerkzaamheden gemoeide kosten ten laste van de
huurster komen." Er zijn alle mogelijke brieven uitgegaan en er zijn be-
sprekingen gevoerd, maar tot nu toe is er geen overeenstemming bereikt.
Het huurcontract dateert van 1 januari 1950. In april 1949 is al een brief
aan de huurster gezonden waarin werd bepaald dat al het onderhoudswerk
binnenshuis voor haar rekening was. Later heeft de gemeente alle kosten
betaald welke veroorzaakt werden door het verval van het huis. Nu heeft
de gemeente de huurster bericht, dat de achterstallige onderhoudswerken
uitgevoerd zullen worden maar dat zij de helft van deze kosten moet beta-
len. Het gaat hier om kosten welke een gevolg zijn van verval van het huis.