I
360
15 december 1967
bijdragen in de kosten van een huis dat in verval is door verschuiving van
de bodem of wat dan ook. Spreekster vindt dat dergelijke kosten door de
eigenaar dienen te worden gedragen.
Wethouder Van Wijk herhaalt zijn aanbod om de huurprijs te laten vast-
stellen en dat dan over alle jaren wordt bijbetaald tot aan wat de nor-
male huurprijs zou zijn geweest.
Mevr. Vriesendorp: „Ik geloof dat burgemeester en wethouders in deze
veel zakelijker hadden moeten zijn."
De voorzitter: „Omdat wij te coulant en teveel gentlemen zijn geweest,
zouden wij nu meer moetengaan betalen?"
Mevr. Gaasterland: „Dit huis heeft veel gebreken."
De voorzitter geeft dat toe. Indertijd is door de heer Van Lent tegen de
huurster gezegd: „de gemeente doet niets aan het huis; als u het huren
wilt moet in het contract worden opgenomen dat alle onderhoud voor uw
rekening is." De huurster is daarmee akkoord gegaan. Dat burgemeester
en wethouders meer hebben gedaan dan op hun weg lag, mag hun toch
niet worden tegengeworpen als een argument dat de gemeente nu voortaan
alle onderhoud voor haar rekening moet nemen
De heer Scheer zegt dat de wethouder van normaal onderhoud sprak.
Het lijkt spreker niet juist dat onderhoud als gevolg van verzakking van
het huis, tot normaal onderhoud wordt gerekend.
De voorzitter: „In het contract staat nadrukkelijk alle onderhoud. Het
normale onderhoud wordt in het B.W. geregeld. Dit derogeert %n de wet.
Ondanks dat het college bereid is om 50% in het onderhoud bij te dragen,
maakt huurster bezwaren."
Mevr. Gaasterland,,Ik vind een contract op deze gronden voor zo'n
bouwvai immoreel. Dan had het college het anders moeten doen."
Wethouder Van Wijk: „De huurster mag de huur gerust opzeggen. Mor-
gen nog."
De voorzitter: „Als zij de huur opzegt kan de restauratie doorgaan."
Mevr. Gaasteriand: „Laat u het perceel dan hertaxeren? Dat vind ik
veel gezonder."
Wethouder Van Wijk: ,,Laten we de huuradviescommissie er maar bij
halen."
De voorzitter voelt er niets voor om enige toezegging te doen. Zowel
wethouder Van Wijk als spreker hebben deze zaak nu volkomen duidelijk
uit de doeken gedaan.
Punt 73
Mevr. Cohen is het niet eens met het antwoord dat maar eens moet
worden afgewacht hoe de ouderraad zal functioneren. Spreekster heeft al
eens gezegd dat op velerlei terrein behoefte bestaat aan inspraak van de
burgerij op het beleid van de overheid. Het verschil tussen de ouderraad en
de schoolraad kan spreekster het beste illustreren aan de hand van een
punt uit het huishoudelijk reglement van de schoolraad, luidende dat de
schoolraad de taak heeft burgemeester en wethouders te adviseren over de
voordracht tot benoeming van hoofden van scholen, de per leerling be-
schikbaar te stellen bedragen, de leerplannen van de openbare scholen, de
organisatie en de uitbreiding van het openbaar lager onderwijs in de ge-
meente. Dit is dus een principieel andere taak dan de ouderraad heeft.
•r--.