15 december 1967 369 Wethouder Corver: „Ik zeg helemaal niet dat dat niet het geval is, maar waarom moeten we per se op het onderzoek dat gaande is vooruitlopen." De voorzitter: „Wij hebben naar aanleiding van de gestelde vraag beslo- ten, de vergoeding te verhogen van f 3 op f 5'. Dat is het resultaat van de behandeling in de afdelingen geweest." De heer De Ruiter zegt dat hij begonnen is met zijn waardering voor de royale geste van het college tot uitdrukking te brengen. Niettemin ge- looft hij dat gesteld mag worden, dat de administratiekosten van het openbaar onderwijs integraal worden vergoed al weten wij niet hoe hoog zij zijn. De gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs geeft spreker in de mond om te zeggen, dat ook de administratiekosten van het bijzonder onderwijs integraal vergoed behoren te worden, zeker zolang daar- voor geen norm van rijkswege is gesteld. Spreker begrijpt de opmerking van de wethouder wel, maar hij ziet er geen argument in om een onrecht- vaardige situatie maar te laten voortduren zolang het rijk daarin geen uit- sluitsel heeft gegeven. Spreker handhaaft daarom zijn voorstel. De heer Rutgers: ,,Als nu f 7 wordt gegeven en achteraf blijkt dat het rijk de vergoeding bepaalt op f 6, betaalt u dan terug Waarom moeten wij ons plotseling gaan afkeren van een gewone normale wettelijke regeling dat het rijk bepaalt wat de kosten zijn. Dat gaat toch altijd zo." De voorzitter wil een tussenvoorstel doen. De vergoeding blijft gehand- haafd op f5. Blijkt uit het onderzoek van het ministerie dat de vergoeding voor de gemeente hoger is dan f 5, dan zijn burgemeester en wethouders bereid het verschil met terugwerkende kracht aan de bijzondere scholen uit te keren. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten. Punt 77 De heer Van Berckel zegt deze vraag niet gesteld te hebben maar zij geeft hem aanleiding tot een andere vraag. Hierachter ligt een probleem dat op verschillende scholen speelt. Hier wordt de kwestie van het b.l.o. en wel de LOM-school aan de orde gesteld. Het is spreker bekend dat kin- deren die leer- en opvoedingsmoeilijkheden hebben alleen voor plaatsing op een LOM-school in aanmerking komen wanneer zij een bepaalde i.q. heb- ben. Zo zijn er op de lagere scholen vele kinderen die niet in aanmerking komen voor een b.l.o.school en ook niet in aanmerking komen voor een LOM-school. Deze kinderen blijven op de lagere school dikwijls zitten; zij moeten voortdurend op hun tenen blijven lopen; zij zijn een last voor hun makkertjes en een last voor de onderwijzer. Spreker zou graag willen weten hoe dat probleem hier ligt. Kunnen burgemeester en wethouders zeggen of dergelijke kinderen inderdaad een probleem vormen? De onderwijswet kent geen schooltype voor hen; spreker gelooft nochtans dat deze kinderen veel problemen met zich meebrengen. Er bestaat in Haarlem een school die der- gelijke kinderen opvangt welke echter niet helemaal in de behoefte kan voorzien omdat de school buiten de subsidiëring van het b.l.o. valt. De on- derwijskrachten worden betaald volgens de regeling voor een normale school. Doordat op die school onderwijskrachten werken met een b.l.o.-oplei- ding en elders hoger gesalarieerd kunnen worden komen vele mutaties in het personeel voor. Spreker zou graag willen weten of op de Heemsteedse scholen veel van dit soort kinderen zijn. Mevr. Cohen zegt dat haar fractie al jarenlang de wens heeft uitgespro- ken dat Heemsteedse kinderen naar een LOM-school zouden kunnen gaan. Spreekster was dan ook bijzonder verheugd met het antwoord van de wet- houder, dat in de Haarlemmermeer deartoe een mogelijkheid zou komen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1967 | | pagina 93