VOORSCHRIFTEN, DEEL UITMAKENDE VAN HET BESTEMMINGS- PLAN VOOR EEN TERREIN NABIJ DE REGGELAAN. A. Algemene bepalingen Artikel 1. In deze voorschriften wordt verstaan onder: 1. het plan: het bestemmingsplan, vervat in de sub 2 bedoelde kaart en in deze voorschriften; 2. de kaart: de bij het besluit tot vaststelling van het plan behorende te- kening no. 4.52B.3; 3. plangebied: het geheel van gronden, water daaronder begrepen, dat door de grens van het plan wordt omsloten; 4. bebouwingsoppervlak: het door bestemmingsgrenzen op de kaart om- geven oppervlak, binnen hetwelk volgens deze voorschriften bepaalde gebouwen mogen worden opgericht; 5. bouwperceel: het aaneengesloten grondoppervlak, water daaronder be- grepen, waarop krachtens het plan een zelfstandige bebouwing met een gebouw of bij elkaar behorende gebouwen is toegestaan; 6. aanhorigheid: gronden en opstallen welke ingevolge het plan moeten worden aangemerkt als behorende bij en in het gebruik mede afhanke- lijk van en dienstbaar aan het gebruik van een hoofdgebouw. Artikel 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd voor zover dit stedebouwkundig aanvaardbaar moet worden geacht, al dan niet onder door hen te stellen voorwaarden, vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan voor: a. het oprichten van kleine niet voor bewoning bestemde gebouwtjes ten behoeve van openbare nutsbedrijven of van andere naar bestemming daarmede gelijk te stellen gebouwtjes, zoals transformatorhuisjes, scha- kelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, wachthuisjes voor ver- keersdiensten e.d., zulks met uitzondering van benzine-laadstations; b. geringe afwijkingen, welke in het belang zijn van een esthetisch of tech- nisch beter verantwoorde plaatsing van gebouwen of welke noodzake- lijk zijn in verband met de werkelijke toestand van het terrein. Artikel 3. Het is verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders bin- nen het plangebied: a. afgravingen te verrichten anders dan om het terrein geschikt te ma- ken voor de verwezenlijking van het plan; b. gronden op te spuiten of op te hogen voor een ander doel dan in sub a is genoemd; c. wegen, paden, verharde terreinen of sloten aan te leggen. B.Bestemmingen. I. VOORSCHRIFTEN OMTRENT DE BEBOUWING. Artikel 4. Binnen het plangebied mag uitsluitend worden gebouwd op grond, welke blijkens de kaart voor gebruik als bouwgrond is bestemd of waarop krach- tens deze voorschriften bebouwing is of kan worden toegestaan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 29