13
4e afd.
25 januari 1968
14e WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE RAADSCOMMISSIES.
Heemstede, 10 januari 1968.
Aan de Raad,
Gevolg gevend aan de toezegging welke wij u hebben gedaan in ons
antwoord op het afdelingsverslag betreffende de begrotingen voor 1968
stellen wij u hierbij voor de naam van de commissie voor het onderwijs te
wijzigen in „commissie voor het onderwijs en voor culturele zaken". Deze
wijziging en die van de taakomschrijving van genoemde commissie zijn
vervat in artikel I van bijgevoegd ontwerp-besluit.
Verder geven wij u in overweging de naam „duinwaterbedrijf" ook in de
Verordening op de raadscommissies te veranderen in „waterbedrijfin de
op 28 september j.l. door u vastgestelde Verordening op het beheer der
gemeentebedrijven is deze naam reeds opgenomen.
Tensiotte stellen wij u voor de vergoeding, toe te kennen aan de ambte-
naren der gemeente, die als secretaris van een commissie zijn aangewezen,
te verhogen.
Deze vergoeding is met ingang van 1 januari 1966 bepaald op f 132,
per jaar; in verband met de sedertdien doorgevoerde salarisverhogingen
van het gemeentepersoneel is een verhoging tot 12,50 per maand gewenst.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.
De Raad der gemeente Heemstede;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders dd. 10 januari j.l.;
BESLUIT:
vast te stellen de volgende verordening:
VERORDENING TOT WIJZIGING VAN DE VERORDENING REGE-
LENDE DE SAMENSTELLING EN DE WERKKRING DER VASTE
COMMISSIES, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 62, TWEEDE LID, DER
GEMEENTEWET. (14e wijziging.)
Artikel 1.
In artikel 1 wordt in plaats van „f. voor het onderwijs" gelezen „f. voor
het onderwijs en voor culturele zaken".
De eerste zin van artikel 12 wordt gewijzigd en gelezen als voigt:
,,De commissie voor het onderwijs en voor culturele zaken staat burge-
meester en wethouders bij in de behandeling van aangelegenheden betref-
fende het onderwijs en van culturele aangelegenheden, een en ander be-
horende tot de taak van de raad".
Artikel II.
In de artikelen 1 en 8 wordt in plaats van „gas-, duinwater- en elektri-
citeitsbedrijven" gelezen „gas-, water- en elektriciteitsbedrijven".