25 januari 1968 13 jongens hier ligt een kans. De woningen komen bovendien ten goede aan Heemstedenaren. De heer Van der Huist zegt dat het laatste het punt niet is. Spreker dacht dat er onder de Heemstedenaren ook wel animo zou zijn geweest om zelf te bouwen. Het is logisch dat een bouwmaatschappij eerder dan een particulier naar plaatsen in de gemeente speurt waar mogeiijk nog gebouwd kan worden. Als gewoon burger zal men, wetende dat een bepaald terrein voor bijzondere doeleinden is bestemd, niet zo gauw proberen het gemeen- tebestuur er van te overtuigen dat het bestemmingsplan gewijzigd moet worden. De voorzitter: „Door deze aanvrage wordt de eenheid in bebouwing ge- waarborgd." De heer Van der Hulst: „Particulieren hadden ook overeenkomstig de bebouwingsvoorschriften moeten bouwen." Mevr. Gaasterland meent te weten dat er al eens gegadigden voor dit terrein zijn geweest hetgeen toen niet is doorgegaan. De heer Enschedé moet bepaald bezwaar maken tegen de opvatting van de voorzitter. Het is niet zo dat het gemeentebestuur moet stimuleren dat iedereen de bestemmingsplannen gaat bekijken teneinde na te gaan welke de gemeente wel eens zou kunnen veranderen en dan maar eens een voor- stel doet om een bestemmingsplan te wijzigen. De voorzitter merkt op dat de heer Enschedé meer uit sprekers woorden haalt dan hij er in heeft willen leggen. Spreker heeft alleen, in antwoord °P hetgeen de heer Van der Hulst naar voren heeft gebracht, gezegd, dat men wist dat dit terrein voor bijzondere doeleinden was bestemd maar dat dit plan niet doorging omdat de omstandigheden waren gewijzigd. Toen is iemand op de gedachte gekomen dat er eventueel een bouwplan ge- realiseerd kon worden. De heer Enschedé zegt dat de voorzitter in zijn antwoord de zaak alge- meen heeft gesteld en dat vindt spreker juist het gevaar er van. Spreker vindt het ons tekort dat wij niet het bestemmingsplan hebben gewijzigd t°en bekend werd dat daar geen school zou komen. Zö had het behoren te gaan. En dat geldt voor alle bestemmingsplannen. Het is op zichzelf niet juist dat, als men met een goed idee komt, er gezegd wordt: „gunst ja, dat is een aardig plan, dan zullen wij het bestemmingsplan wijzigen". De voorzitter: „AIs u dan met „ons" de raad bedoelt, dan zijn wij blij dat burgemeester en wethouders dit hebben geredresseerd. In het algemeen hebt u gelijk." De heer Smit zegt dat de voorzitter heeft gezegd dat deze woningen be- stemd zijn voor inwoners van Heemstede. Spreker heeft een dergelijke vraag in de commissie gesteld en toen heeft men hem geantwoord, dat dit de bedoeling is, maar dat, als er niet voldoende animo van Heem- stedenaren voor zou zijn ook mensen van buiten Heemstede in aanmer- king: konden komen. Dat is dus op het ogenblik niet de bedoeling. Deze woningen worden dus uitsluitend voor inwoners van Heemstede bestemd. De voorzitter: „Deze woningen worden gebouwd voor Heemstedenaren. Maar als er nu niet voldoende Heemstedenaren zijn die een dergelijke woning willen kopen?" De heer Smit: „We mogen wel aannemen dat zich daarvoor voldoende Heemstedenaren zullen aanmelden." De voorzitter: „Dat vermoed ik wel."

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 13