26
25 januari 1968
gadering aan te houden, opdat de vereniging gelegenheid krijgt volledige
cijfers naar voren te brengen.
De voorzitter: ,,Dan begrijpen we elkaar misschien weer verkeerd."
De heer Bomans is bijzonder ingenomen met het voorstel van de heer
Verkouw. Spreker heeft n.I. veel moeilijkheden met dit raadsstuk gehad.
Hij vraagt wat, indien Alliance haar verplichtingen wat betreft de beta-
ling van rente en aflossing van de geldlening niet kan nakomen, de ge-
volgen van de gemeente zullen zijn. Betaalt de gemeente dat ieder jaar?
Dan is dat toch een verkapte subsidie.
De voorzitter: ,,Dan moet de gemeente betalen."
De heer Hupkes heeft met heel veel genoegen naar de woorden van de
heer Willemse geluisterd. De heer Willemse is een goed verkoper. Hij heeft
een gloeiend betoog gehouden en blijk gegeven de hockeysport een warm
hart toe te dragen. Omdat spreker ook veel in hockeykringen heeft ver-
keerd en dat nog doet, zijn hem in het verhaal van de heer Willemse enkele
punten opgevallen welke hij zou willen redresseren. Spreker vindt het voor
een hockeyclub niet noodzakelijk een mooi clubhuis te hebben, zoals is
gezegd, maar wel een goed clubhuis. Het opnemen van een scheidsrechter-
kamer, zoals gesuggereerd is, zou z.i. funest zijn, want in de hockeysport
is het gelukkig zö, dat men op het veld misschien wel eens fel is, maar
dat daama de verstandhouding tussen de elftallen en de scheidsrechter
goed is. Dat moet ten koste van alles in stand worden gehouden en dan is
het goed dat zij in dezelfde kleedkamer zitten. Voorts wijst spreker er op,
dat er in Nederland elubs zijn, welke in een hogere klasse spelen dan Al-
liance, die de bouw van hun clubhuizen voor 100% hebben gefinancierd,
maar zich daarbij tevreden stelden met een minder mooie aecommodatie
als voor Aliiance is ontworpen en toch daar een prima clubleven in hebben.
Men zou spreker kunnen vragen waarom hij dat naar voren brengt. Spre-
ker is n.l. bang, dat door te overdrijven in de richting van te grote luxe
en het te gemakkelijk verschaffen van dergelijke zaken precies het tegen-
gestelde wordt bereikt van wat men wil bereiken n.l. de jeugd opvoeden
door middel van de sport. Dat moet voor de sport de opgave blijven en
daarbij is de zelfwerkzaamheid een van de belangrijkste dingen. Die zelf-
werkzaamheid en de liefde die de leden voor een club moeten hebben, moe-
ten met zich meebrengen, dat zijzelf, voor het allergrootste gedeelte zorgt
dat de accommodaties die nodig zijn er komen. Het moet zeker niet zo zijn
dat de jeugd alles gemakkelijk en voor niets krijgt, en zeker r.iet dat ieder
elftal een aparte kleedkamer krijgt. Dit zou spreker met klem naar voren
willen brengen. Op zichzelf zijn dit zaken die de kwestie wel of niet sub-
sidiëren niet raken, maar spreker gelooft dat, wil men een goed besluit
nemen, men deze zaak nog eens goed moet overwegen en ook andere fa-
cetten dan nu naar voren zijn gebracht nog eens goed moet bekijken. Spre-
ker begrijpt dat de heer Willemse deze zaak naar voren heeft gebracht zo-
als hij gedaan heeft, want als men iets wil bereiken moet men altijd een
beetje overdrijven. Er zijn dan wel anderen die dat een beetje redresseren,
hetgeen spreker bij deze heeft gedaan.
Wethouder Corver zegt dat het gehele college met heel veel belang-
stelling en met heel veel sympathie naar het betoog van de heer Willemse
heeft geluisterd. Uit de aard der zaak behoeft het geen betoog dat ook
het college de sport een warm hart toedraagt. Spreker dacht dat een dis-
cussie daarover verder achterwege kon blijven, want dat spreekt eigenlijk
vanzelf. Als men de begroting van de sportstichting bekijkt en het enorme
tekort ziet dat jaarlijks op de exploitatie van de sportparken en het zwem-
bad, samen belopende ongeveer f 300.000,uit de gewone dienst wordt
bijgepast, dan kan toch niet gesteld worden dat Heemstede voor de sport