30
4e afd.
29 februari 1968
Artikel 13.
Bij het bepalen van de subsidiabele kosten blijven buiten beschouwing
gedeelten van het gebouw welker naar het oordeel van burgemeester en
wethouders niet nodig zijn voor was- en kieedaccommodatie.
Artikel 14.
Na verificatie van de in artikel 10 bedoelde opgaaf stellen burgemeester
en wethouders de stichtingskosten en de bijdrage definitief vast en wordt
deze onder verrekening met eventueel verstrekte voorschotten uitbetaald.
Ingeval de organisatie binnen 20 jaar nadat haar de bijdrage werd ver-
leend, haar activiteiten staakt of het gebouw of de lokaliteit overdraagt,
vervreemdt of aan zijn bestemming als object in de zin van deze ver-
ordening onttrekt. dient voor elk vol jaar dat op het tijdstip waarop een
dezer wijzigingen plaats vindt, van genoemde 20 jaren nog resteert, l/20e
gedeelte van de verleende bijdrage in de gemeentekas terug te worden ge-
stort. Het bestuur van de organisatie dient, voordat tot het verlenen van
een bijdrage kan worden overgegaan, een schriftelijke verklaring aan
burgemeester en wethouders over te leggen, inhoudende dat deze terug-
betaling zal geschieden zodra zich binnen de vermelde termijn een der
genoemde wijzigingen voordoet.
Artikel 16.
Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening
nadere regels stellen.
Deze verordening kan worden aangehaald als „Verordening investerings-
subsidie sportaccommodaties".
Zij treedt in werking met ingang van heden.
b. het susidie ad 2,voor jeugdleden van sportverenigingen en voor
de daarvoor in aanmerking komende jeugdverenigingen te rekenen
met ingang van 1 januari 1968 te verhogen tot f 5,
Artikel 15.
Artikel 17.
Heemstede, 29 februari 1968.
De Raad voornoemd,
De sec/etaris,